Bijzonder ecologisch sprookje is aardig op weg

Wie aan het eerste deel van het drieluik Nils begint, ziet meteen dat het verhaal niet op een enkel genre is vast te pinnen: het heeft onmiskenbare trekken van mythologische fantasy, de gestileerde koppen zijn geïnspireerd op die van Japanse seinen anime, zoals de films van Miyazaki, en er zitten groteske elementen van sciencefiction in: midden in het oerbos treffen Nils en zijn vader gigantische stalen bollen aan. Wat het nog mooier maakt is dat dit verhaal onmiddellijk begint als een soort ecologisch sprookje: er groeit niets eetbaars meer op de uitgeputte grond en de vader van Nils wil op onderzoek uit. Zullen de zaden ooit nog op vruchtbare grond kiemen? Hij gaat samen met Nils op pad, op zoek naar antwoorden.

In De Elementalen, zoals het eerste deel heet, maken we niet alleen kennis met Nils en de stam waar hij deel van uitmaakt. Als Nils en zijn vader per gnoe – laat het een oerbuffel zijn – naar de wouden gaan om daar naar groene plantjes te zoeken, ontmoeten we een aantal bijzondere figuren. Eenmaal diep genoeg in de donkere wouden treffen ze er natuurgeesten aan die aan de basis staan van alles wat groeit en bloeit. Deze geesten hebben de vorm van blauwe lichtjes die zich voordoen als mooie figuraties; het zijn de Elementalen, die worden beschermd door mysterieuze vrouwen die zich ook in de buurt ophouden.

Door hen komen Nils en zijn vader achter de reden dat er steeds minder geoogst wordt en er minder groeit dan voorheen: een of ander potentaat heeft het op de Elementalen voorzien en weet de lichtjes met geavanceerde apparatuur te vangen, om ze daarna voor eigen gewin te kunnen inzetten. Dat is dus feitelijk het antwoord waarnaar de vader van Nils op zoek is, maar dat is uiteraard allerminst bevredigend. Want hoe pak je, met je gnoe en je speren, een futuristische grootmacht aan? Sterker nog, met wie hebben we eigenlijk te maken?

Er wordt een aantal interessante voorwaarden neergezet voor een spannend verhaal. Alleen: in tijden van Netflix en instant bevrediging is het nogal wat. Zo’n heerlijk verhaal dat voor een-derde is afgeleverd en waarop het nu wachten is, dat is bijna niet meer van nu. En hoe lang gaat het allemaal duren? Wie zich dat afvraagt, maakt de beproeving alleen maar groter. Eind november verscheen het derde en afsluitende deel in het Frans, waarmee de trilogie ‘daar’ voltooid is. Je zou zeggen dat we niet per se tot de zomer van 2019 hoeven te wachten. We kruisen de vingers.

Want dat moet beslist gezegd worden: het tekenwerk is hoogstaand en ook de inkleuringen zijn prachtig. De sfeer van het verhaal is, hoewel het een inhoudelijk allegaartje lijkt, echt veelbelovend. Maar het blijft altijd ingewikkeld met deze gevallen: wie het eerste deel van harte aanbeveelt, weet eigenlijk niet waarmee hij de lezer opzadelt. Want wat als het volgende album een traag gedrocht blijkt en er in het slotdeel ineens allerlei onwaarschijnlijke uitwegen bij worden gehaald die het laten verzanden of ontsporen? Voorlopig en op basis van dit eerste deel zal het zo’n vaart niet lopen, maar toch een slag om de arm. Avonturiers pakken het nu op, voor de voorzichtigen komt er zeker nog een verslag van wat er nog komen gaat.

En zo lijkt De Elementalen zelfs bijzonder modern en van nu: er is een ecologisch drama op komst, maar we moeten vooral nog even geduld hebben voordat we weten wat er aan gedaan kan worden.

Stefan Nieuwenhuis

Jérôme Hamon & Antoine Carrion – Nils 1: De Elementalen. Silvester Strips. 56 blz. hardcover. € 16,95.