De oorlog tussen je oren

Hoe cynisch ook, oorlog en geweld zijn een bron van inspiratie voor mooie romans. Dat geldt voor de Nederlandse literatuur, dat geldt natuurlijk ook voor oorlogen elders. De opgejaagden van Dima Wannous speelt zich af in het hedendaagse Syrië, dat verscheurd wordt door een van de meest onverzoenlijke conflicten van deze tijd. De opgejaagden is geen gemakkelijke roman, als een roman over oorlog al gemakkelijk kan zijn. Het verhaal speelt zich grotendeels af in Damascus, waar ondanks het geweld het leven gewoon doorgaat. En in dat gewone leven bezoekt een jonge vrouw haar psychiater Kamiel. Die Kamiel leren we verder niet echt kennen: hij stelt enkele vragen, trekt een paar conclusies en schrijft vooral Xanax voor.

In het begin van de roman klinkt al een waarschuwing: hoofdpersoon Soelaima houdt niet van ronde, afgeronde dingen. Ze houdt om die reden zelfs niet van de volle maan, die ze in een droom op de grond ziet vallen. We mogen van haar ook geen afgerond verhaal verwachten, we leren haar en haar verhaal stukje bij beetje kennen. Door haar eigen herinneringen, maar vooral ook door het script van haar geliefde, Nasiem.

Nasiem heeft ze leren kennen in de wachtkamer bij haar psychiater. Hij is arts, net als haar vader, en schrijver. En net als Soelaima is hij bang. Hij is bang om te verdrinken, zij is bang voor vliegvelden, samen zijn ze vooral bang voor de angst. En die gelaagde angst heeft alles te maken met de oorlog, de revolutie, het geweld.
En dan ineens verdwijnt Nasiem. Hij vlucht naar Europa. Soelaima ontvangt het manuscript van zijn vierde roman, en wij mogen meelezen. En vanaf die bladzijden wordt het erg verwarrend, niet alleen voor de hoofdpersoon, maar vooral ook voor de lezer. Want het manuscript van Nasiem lijkt wel erg op het verhaal van Soelaima, zo blijkt. Ook de hoofdpersonage in Nasiems roman is een Xanax-slikkende neuroot die psychiater Kamiel bezoekt. Ze haalt herinneringen op aan haar jeugd, waar vooral vrouwen de hoofdrol spelen: in de levens van beide vrouwen waren de mannen in de familie ziek of dood. En het is geen fijne jeugd. ‘Mijn geheugen doet me pijn en zwijgt nooit,’ zegt Salma, het hoofdpersonage in Nasiems roman.

Salma is in het Arabisch ook nog eens een verkleinwoord voor Soelaima. Soelaima beseft dat Nasiem háár leven beschrijft: ‘Nasiem heeft me gestolen’. Ook Salma heeft de ongedurigheid van Soelaima (‘Bestaat er iets wreders dan de verwezenlijking van je dromen?’) En, eerlijk gezegd, het verhaal van Salma werkt af en toe net zo op de zenuwen als dat van Soelaima. Want tegen een achtergrond van een verschrikkelijke oorlog lijken de problemen van Salma/Soelaima toch typische millenialproblemen van de elite.

En wat voor rol speelt dan de oorlog? Geweld vormt de jeugd van Syrië, al van jongs af aan. Soelaima herkent zich in het verhaal van Salma’s schooltijd, waarin klassenvertegenwoordigers een soort knokploeg om zich heen vormen en volkomen willekeurig slachtoffers uitkiezen om te pesten. ‘Ja. De school was een van die plekken waar leerlingen de verschillende aspecten van leven in een land als het Syrië in het land van Assad aan den lijve ondervonden.’ Nasiems Salma ontvangt een haatbrief van een nicht, die de soennitische baarmoeder die haar heeft gedragen, kanker toewenst. En Soelaima zelf verliest haar broer Foe’aad, die tegen het regime demonstreerde en vermist wordt.

Halverwege de roman gebeurt dan wat de lezer al een beetje vermoedde: Soelaima zelf gaat zelfs twijfelen aan het bestaan van Nassiem. Is het allemaal niet een beetje te toevallig? En waarom twijfelt ze ineens aan het bestaan van haar geliefde? Psych Kamiel heeft het antwoord: ‘Omdat tijd de fantasie verslindt.’

En zo blijft veel, veel onduidelijk in deze roman. De verhalen van Soelaima en Salma lopen zo door elkaar heen dat we Soelaima’s échte verhaal niet leren kennen. We weten niet of Nasiem, die ergens in het verhaal ‘teder als een lentebriesje’ met zijn hand Soelaima’s wang aanraakt, echt bestaat. De oorlog is een abstract decor, wel aanwezig maar nooit wordt echt duidelijk hoe deze de mensen in hun dagelijkse bestaan raakt. Daarvoor zitten we te veel in het hoofd van Soelaima.

Dima Wannous (1982) wordt gezien als een van de grootste literaire talenten uit de Arabische wereld. Met De opgejaagden heeft ze een gelaagde psychologische roman, maar zeker geen meeslepende roman over de Syrische oorlog geschreven.

Conrad Berghoef

Dima Wannous – De opgejaagden. Vertaald door Djûke Poppinga. Signatuur, Amsterdam, 206 blz. € 19,99.