De ondoorgrondelijke ideeën van een kind

De wereld door de ogen van iemand anders bekijken is intrigerend. Hoe ziet hij of zij de dingen die voor jou misschien bekend zijn, of vanzelfsprekend? Hoe koppelt die ander zijn fantasie aan de werkelijkheid? Het is knap hoe Jean-Baptiste Andrea erin is geslaagd in zijn debuut Mijn koningin een geloofwaardig verhaal te vertellen door de ogen van een kind van een jaar of twaalf. Een kind dat niet mee kan komen met andere kinderen van zijn leeftijd, dat verstandelijk anders functioneert.

Hij wordt Shell genoemd, omdat hij altijd in een geel Shell-jasje de benzinepomp bedient van zijn ouders. Als enig kind in een afgelegen gebied in de Provence bestaat zijn wereldje uit niet meer dan het doorgaans stille pompstation, zijn weinig meelevende ouders en de berg achter het benzinestation. Hij gaat niet meer naar school, een plek waar hij het niet echt naar zijn zin had omdat hij werd gepest en weinig aansluiting met de andere kinderen had.

Toch legt hij zich niet neer bij zijn situatie. Hij vermoedt dat er in de bergen een oorlog woedt en hij neemt het besluit om te gaan helpen. Zonder zijn ouders in te lichten pakt hij zijn rugzak, het geweer van zijn vader en in alle vroegte beklimt hij de berg achter het huis om te gaan strijden.

En hoewel je aanvoelt dat dit niet goed kan gaan, heb je geen idee hoe deze jongen het gaat redden, zo alleen zonder eten en onderdak in de bergen. Keert hij terug naar huis of houdt hij vol en trekt hij verder, een desillusie tegemoet?

De schrijver toont de lezer een wereld die hem zeer waarschijnlijk vreemd is. De jaren zestig in een verafgelegen streek, maar vooral de wereld van een jongen die afwijkt van de norm. De stijl sluit naadloos aan bij de manier van denken en communiceren van de hoofdpersoon: weinig dialogen en eenvoudig taalgebruik om zijn gedachten en belevenissen weer te geven, regelmatig met treffende beelden:

Daarna waste ik een voor een mijn kleren en rende ik naar de grens van de dag en de nacht, die zich terugtrok op het gras.

Hoewel Shell zich moeilijk kan uitdrukken en zeker als hij zenuwachtig is niet uit zijn woorden kan komen, heeft hij volop gedachtes over van alles en nog wat. Hij gelooft in zijn eigen verzinsels, kent zijn eigen beperkingen, weet dat anderen meer kunnen en is misschien juist daardoor uniek in zijn vondsten.

Ik verging van het verlangen om ‘En?’ te zeggen, maar dat was het soort woord dat slecht nieuws uitlokte, dat had ik al heel snel geleerd. En? De directeur zegt dat je niet meer naar school kunt. En? Je oma houdt veel van je, maar ze is er niet meer. En? Nee, de Kerstman bestaat niet. Van dat soort ‘En? had ik een lijst zo lang als mijn arm.

Wanneer hij van een steile helling naar beneden valt en zich realiseert dat hij zijn rugzak beneden in zijn kamer vergeten is, zoekt hij beschutting tegen een rots. Hij beseft dat hij de oorlog niet zal bereiken en niet mee kan vechten. Hier eindigt zijn tocht. En dan komt zijn redding in de gedaante van Viviane, een mysterieus meisje van zijn leeftijd dat zich om hem bekommert. Ze noemt zich koningin en Shell gaat zonder problemen mee in haar verhaal.

Langzaam kom je er als lezer achter wie Viviane is en op welke manier ze Shell in haar greep heeft. Elke dag keert ze terug naar de plaats waar zijn heldhaftige missie is geëindigd, ze helpt hem zelfs een schuilplaats te vinden in een oude herdershut en brengt eten voor hem mee. Zonder haar zou hij terug moeten keren naar huis, iets wat iedereen met gezond verstand waarschijnlijk allang gedaan had. Maar Shell niet. Shell houdt vol en klampt zich vast aan zijn koningin.

Jean-Baptiste Andrea schets op een meeslepende wijze de ondoorgrondelijke ideeën en fantasieën van deze intrigerende jongen en laat de volwassen lezer zien dat er meer is dan alleen de logische en geordende wereld die we om ons heen gecreëerd hebben.

Arjen van Meijgaard

Jean-Baptiste Andrea – Mijn koningin. Uitgeverij Oevers, Zaandam. 176 blz. € 18,50.