Ga af en toe boven jezelf hangen en bekijk jezelf met een milde glimlach

De bundel Brieven aan God en andere mensen leest als een autobiografie. De brieven zijn als vlakken in een caleidoscoop en laten steeds weer een andere kant van Paul van Vliet zien. Zo richt hij zich in een van de eerste brieven tot een jeugdvriendje, Japi Groen, met wie hij in de oorlog voetbalde. Maar in plaats van een voetbal werd een oude kapotte tennisbal gebruikt en toen die het begaf, een prop bij elkaar gebonden kranten. Maar Japi was opeens verdwenen, het huis waar hij woonde was leeg: het gezin was door de Duitsers weggehaald. Je ziet de kleine Paul verdwaasd en vol onbegrip op de stoep staan.

In een andere brief schrijft hij aan God over hoe hij met de bijbel opgroeide, dat hij het wel dacht te kunnen zonder God maar op latere leeftijd toch weer verlangde naar de ‘vanzelfsprekende saamhorigheid’ die met zijn kindergeloof was verbonden. Maar ook dat hij het theater als zijn eigen zelfgemaakte heiligdom beschouwde. En Uiteindelijk zal hij God herkennen, als hij zich aan hem heeft overgegeven.

De bron van zijn theaterleven doet hij uit de doeken in een brief aan Ilse Dohna, het meisje op wie hij tijdens een zomerkamp verliefd was en die hem niet zag staan, hoe zeer hij zijn best ook deed. Hij trad tijdens de laatste avond van het kamp zelfs op om maar door haar gezien te worden. Het werd een succes, maar haar bereikte hij niet. Geen liefde van Ilse, wel de liefde bühne. Toen wist hij: dit wil ik vaker doen. Zijn PS is aandoenlijk:

Wil je mij, als je nog leeft, een keertje bellen? Dan maken we een afspraak en dan gaan we samen een dagje wandelen op de Veluwe. En als je moe wordt, zal ik je een eindje dragen.

Het zijn een soort dagboekfragmenten, persoonlijke ontboezemingen en overdenkingen die een overzicht geven van het boeiende en veelzijdige leven dat Paul van Vliet geleefd heeft. Zeker in de brief die hij naar zichzelf schrijft als 21-jarige jongen stelt hij zich kwetsbaar op. Hij weet wat die jongen te wachten staat, dat de oorlog een trauma zal opleveren, dat het daarna alleen maar beter zal worden. Hij schrijft dat hij maar van één ding spijt heeft: dat hij geen eigen kinderen heeft. Maar verder heeft de oude Paul vooral genoten zijn talenten uitgebaat:

Je onrust zal je als een schaduw je leven lang blijven achtervolgen. Maar: zonder onrust geen creativiteit en zonder creativiteit kan je niet leven. Het is een van je belangrijkste talenten.
Ga af en toe boven jezelf hangen en bekijk jezelf met een milde glimlach. Je loopt daar als één van de miljoenen mannetjes in de Optocht door de Tijd. Heuvel op en heuvel af en weer heuvel op en heuvel af,

De andere Paul

Er zijn verschillende brieven waar hij ingaat op zijn privéleven, zoals aan zijn zus die in Canada woont of aan de familie in Friesland waar hij tijdens de oorlog werd ondergebracht. Maar er zijn ook grappige brieven: aan zijn tweede huis in Spanje, aan iemand die overweegt een tweede huis te kopen, aan biograaf Wim Hazeu en een brief aan Audry Hepburn die ervoor gezorgd heeft dat hij ambassadeur voor Unicef werd.

De mensen die Paul van Vliet hebben zien optreden of zijn liedjes kennen, zullen dezelfde Paul in de brieven tegenkomen. Zijn ironie, melancholie, taalgevoel en licht engagement komen volop aan bod. Maar in deze bundel kijkt hij vooral terug, berustend en tevreden over alles wat hij bereikt heeft en alle mensen die hij heeft leren kennen.

En hoe mooi zou het zijn als hij de laatste periode van zijn leven in het Kurhaus mocht wonen, zoals hij in de brief aan de directeur van het Kurhaus voorstelt. Aanschuivend aan tafeltjes van gasten, een praatje makend bij de receptie. Om maar niet alleen te zijn, om maar niet het contact met de mensen te verliezen.

Arjen van Meijgaard

Paul van Vliet – Brieven aan God en andere mensen. Balans, Amsterdam. 200 blz. € 19,99.