Opgediept uit de krochten van ons archief: het nieuwsbericht dat schrijver Gerbrand Bakker graag de biografie wil schrijven over J.J. Voskuil (1926-2008). We schreven hierover op 23 mei 2012.

Bakker zei destijds op zijn weblog:

Ik heb me voorgenomen een biografie over Voskuil te schrijven, heb over een week of twee een verkennend gesprek bij Van Oorschot.

Nu, bijna zeven jaar later, krijgt dit bericht opeens een vervolg. Bakker herlas de afgelopen tijd al het werk van Voskuil. Hij schrijft:

De laatste Voskuil die ik las, was Requiem voor een vriend. Ik heb nu, op Het Bureau na, alles weer eens gelezen. En hoewel ik donders goed weet dat je dat wat er in een boek staat niet één op één mag verbinden aan de schrijver van het boek, ben ik nu toch wel écht van het idee af een biografie over Voskuil te willen schrijven.

Bakker zegt:

Als je alles wat hij geschreven heeft chronologisch zou rangschikken, heb je al snel een heel leven te pakken. Vooruit, een gefictionaliseerd leven, maar dan wel een zeer sterk autobiografisch gefictionaliseerd leven.

Waarna hij concludeert:

Het enige wat je als biograaf zou kunnen doen is de werkelijkheid van de fictie te scheiden. En snel Lousje Voskuil bezoeken. Misschien nog wat medewerkers van het P.J. Meertens Instituut te spreken zien te krijgen. Een afspraak maken met Detlev van Heest. Maar dan nog: waarom zou je een biografie over iemand schrijven terwijl de schrijver zelf zijn uiterste best gedaan heeft zijn leven weer te geven zoals hij het in zijn boeken weergegeven heeft? Is dat niet genoeg? Moet je dat niet respecteren?