Vorm en inhoud zijn twee

De nieuwe dichtbundel van Elly de Waard – haar negentiende alweer – heet Het heterogeen en lijkt goeddeels aan de aandacht van de vaderlandse kritiek ontsnapt te zijn. Daarmee treedt de bundel in de tragische voetstappen van veel van zijn voorgangers. Aan de zorgvuldige, zelfs ronduit mooie taal van De Waard kan dat niet liggen. Veel van haar gedichten munten uit in woordkeus en soms wonderlijke maar altijd wonderschone formuleringen.

Sneeuw en inkt

Het zijn deze winters die ik terug wil
halen, twee volle pagina’s gevuld met
sneeuw, een lange dunne regel in inkt
geschreven als horizon, een enkele

verre vogel stippelt zijn punten op
de i’s erin. Ik zal mijn hoofd met
berenvel stofferen en ga er wonen
in een knusse hut, kijkend naar

hoe tussen de rotsen en de schrale
bomen een rest van licht zich naar het poolijs
bukt, de lange nacht zich buigt – een

die elk uitzicht in zich opzuigt.
‘O dan verschaft de met het duister
samenvloeiende inkt een zee van licht!’

Ik vind dit een van de betere gedichten uit Het heterogeen, al is het beeld wellicht wat bombastisch. De poëzie die licht brengt in de lange, donkere poolnacht is een aantrekkelijke metafoor, maar het gedicht suggereert aan het eind misschien toch net iets te veel dat het om een echt licht gaat, wat tenslotte tot een waarschijnlijk onbedoelde verblinding leidt. Het gedicht brengt zo zijn eigen metafoor om zeep en daardoor blijft er net iets te weinig inhoud over.

Wat verderop in de bundel trok ‘Campert ballade’ mijn aandacht, vooral vanwege de naamgever denk ik. Het gedicht is geschreven bij gelegenheid van de Campertbiografie, zo leert de ‘Verantwoording’ achterin. Waarschijnlijk is hier het ‘portret’ Een knipperend ogenblik (2018) van Mirjam van Hengel bedoeld. Het gedicht verwijst naar een gebeurtenis uit 1964. Hoewel, verwijst:

[…]
De eerste keer dat ik hem werkelijk
zag, was door het kleine ronde glas

van een tv, zo’n zestig jaar geleden.
Het was een programma dat je niet graag
oversloeg, het stond hoog aangeschreven.

Hans Gomperts ondervroeg de groten
van de literatuur en enkele jongeren
en Remco zou de laatste van de serie

zijn, maar laat die uitzending nu juist
de eerste worden die ooit werd geschrapt.
Vanwege wat toen aanstootgevend

werd geacht, de regels: ‘alles zoop en
naaide, heel Europa was één groot matras’
uit het gedicht ‘Niet te geloven’ – dat 

nu juist een voorbeeld van zijn onschuld gaf.
Uiteindelijk kwam de uitzending er toch
via een andere zuil […]

Het zijn maar zeventien van de 43 regels die het gedicht telt, maar waarschijnlijk hebt u al gezien wat ik bedoel. Inderdaad, het is helemaal geen gedicht! Dit is geen verwijzen, het is vertellen. Het is een gezellig opgehaalde herinnering, een anekdote, die zich goed laat uitwisselen bij een feestelijke presentatie.

Regels afbreken maakt van een verhaal nog geen gedicht. Daar is meer voor nodig, zoals K. Michel demonstreerde in zijn gedicht ‘Indringend lezen volgens dr. Drop’ (uit Waterstudies, 1999). Daarin neemt hij een schoolboekjestekst over poëzieanalyse van W. Drop letterlijk over, slechts met toevoeging van twintig harde returns. Nu lijkt de tekst van Drop niet alleen ineens op een gedicht, het is er ook een: een tekst die los staat van de werkelijkheid en deze ook nog eens genadeloos becommentarieerd. Dat mis ik in ‘Campert ballade’, het lijkt misschien een gedicht, maar het is gewoon proza met een paar harde returns, het gezochte slot met ‘dichters’ en ‘liefde’ erin ten spijt.

Het heterogeen eindigt met vijf vertaalde gedichten van de Amerikaanse Amy Clampitt. Poëzie vertalen is altijd een riskante onderneming. Een letterlijke vertaling volstaat doorgaans niet vanwege het subtiele betekenisverschil dat woorden in verschillende talen nou eenmaal hebben. En dan komt daar nog het dilemma van de vormkeuze bij: moeten metrum, rijm en regellengte overeen komen met het oorspronkelijke gedicht? Dan gaat er onherroepelijk nog veel meer betekenis verloren. Moet je dan alleen maar vertalen naar de aard van het gedicht? Maar dan is de brontekst gedegradeerd tot hooguit een interessante inspiratiebron. Niet doen lijkt daarom het beste. Maar ja, ik ben intussen toch wel blij met de vertalingen van Szymborska en zelfs van Baudelaire in mijn kast, want Engels en Duits gaan nog wel, maar verder…

De Waard presenteert zich als een vertaler die het liefst zo dicht mogelijk bij de brontekst blijft en dat siert haar. Zie hieronder haar vertaling van een gedicht dat mij alleen vanwege de titel al doet applaudisseren. Ik beperk me tot de eerste twee strofen.

On the disadvantages
of central heating

cold nights on the farm, a sock-shod
stove-warmed flatiron sled under
the covers, mornings a damascene-
sealed bizarrerie of fernwork
decades ago now

waking in northwest London, tea
brought up steaming, a Peak Frean
biscuit alongside to be nibbled
as blue gas leaps up singing
decades ago now

Bij De Waard klinkt het zo:

Over de nadelen van
centrale verwarming

koude nachten op de hoeve, een sokbekleed
ovengewarmd strijkijzer onder de
dekens geschoven, de ochtenden een damast-
verzegelde bizarrerie van varenwerk
decennia geleden nu

wakker in noordwest Londen, thee
stomend boven gebracht, een Peak Bean
beschuitje ernaast om op te knabbelen
terwijl blauw gas zingend opspringt
decennia geleden nu

Geen idee waarom De Waard ‘Peak Frean’ veranderde in ‘Peak Bean’- de bedoelde koekjesfabriek heette overigens Peek Frean’ met ‘ee’– maar verder is er naar mijn gevoel ook sprake van een kleine gevoelsmatige verandering. ‘stock-shot stove-warmed’ stoomt bijvoorbeeld meer dan ‘sokbekleed ovengewarmd’, stoom die in de tweede strofe terugkeert als ‘steaming’ en later in het gedicht nogmaals in ‘damp sheets’. Ook de letterlijke vertaling van ‘decades’ met ‘decennia’ schept meer afstand. ‘Decades’ is in het Engels immers een vrij alledaags woord, wat ‘decennia’ in het Nederlands beslist niet is. Ik zou denk ik eerder voor de vertaling ‘tientallen jaren geleden nu’ hebben gekozen.

Maar ach, dat is makkelijk praten, zo achteraf. Als je de vertaalde gedichten van Clampitt leest zonder, zoals ik, er als een nerd het origineel naast te leggen, zijn het juist tamelijk indrukwekkende gedichten. Ze halen de bundel aan het eind in ieder geval heel behoorlijk op.

Jan de Jong

Elly de Waard – Het heterogeen. De Harmonie, Amsterdam. 48 blz. € 16,90