Een variant op het thema van Tjeempie!

Ik denk dat Oom Boos-Kusje en de kinderen het eerste kinderboek is waarin het woord ‘liefdesbaby’ opduikt. Het is zo’n hypocriet sensatiewoord uit de pulpbladenindustrie (‘Die en Die Zwanger van Liefdesbaby’): het wil eigenlijk alleen maar zeggen dat de jonge (aanstaande) ouders van de baby in kwestie niet met elkaar getrouwd zijn. Oh, oh, oh! En nu staat het woord één keer in dit kinderboek van de gelauwerde schrijver, dichter en columnist Remco Campert, en wel in de titel van het laatste hoofdstuk: ‘Oom Boos-Kusje streelt een liefdesbaby’. Bij Campert heeft deze baby alleen maar een moeder, mevrouw Mal-Ding, maar gelukkig blijft elk kleinburgerlijk oordeel over haar levenswandel achterwege.

Het is niet voor het eerst dat Remco Campert voor kinderen schrijft. Bij uitgeverij Hollandia verschenen eerder zijn verzamelde kinderverhalen. Het boek over Oom Boos-Kusje is opgedragen aan Elise, kleindochter van de auteur aan wie hij de zes hoofdstukken voorlas / vertelde als een feuilleton voor het slapengaan. Hoe dat geklonken moet hebben, is te horen op de drieëntwintig minuten durende cd die tegen meerprijs wordt meegeleverd.

Oom Boos-Kusje heeft een probleem: hij is ‘erg gek op kinderen. En dat was heel verdrietig voor hem. Verdrietig? […] Er was iets raars aan de hand met Oom Boos-Kusje en niemand wist hoe het kwam. […] Als hij een kind over het haar wilde strelen gaf hij het een draai om zijn oren en als hij van plan was iets aardigs te zeggen kwam er een kwade snauw uit zijn mond.’

In de ‘zorgsector’ — om ook eens een raar woord te gebruiken — zou men zeggen dat Oom Boos-Kusje moeite heeft met het uiten van zijn diepste emoties. Dat leidt tot merkwaardige taferelen, in de tram en op straat, waarbij Oom Boos-Kusje kinderen en volwassenen verbijstert met zijn onaangepaste maar onbedoelde gedrag. Kinderen janken, omstanders woedend, oom verdrietig want onbegrepen. Zijn vriend Bolhoed, die weer heel andere problemen heeft (‘Ik kan maar niet kiezen wat ik aan zal trekken’), raadt hem aan hulp te zoeken bij dokter Ziekhoofd. Ook het zoontje van de dokter moet er aan geloven, waardoor het ziektebeeld de geneesheer wel (letterlijk) in één klap duidelijk is.

‘U moet iemand gaan zoeken die veel van u houdt. Een mevrouw lijkt me het beste,’ schrijft de arts voor. Dat zoeken gaat ook nog niet echt van een leien dakje tot mevrouw Mal-Ding aan de horizon verschijnt, de moeder van vorenbedoelde liefdesbaby en jawel, Oom Boos-Kusje kan deze baby strelen zonder hem lichamelijk letsel toe te brengen. ‘Het komt omdat je van me houdt,’ zegt Oom Boos-Kusje tegen mevrouw Mal-Ding.

Een verhaal van niks, maar voorgelezen of verteld op de rand van het bed zal het zeker kwaliteiten hebben, vooral door de malle voorstelling van het Leven der Volwassenen. Zoals elders in het oeuvre van is de stijl die van korte, heldere zinnen waarin op de achtergrond altijd een zekere verbazing doorklinkt. Eigenlijk is hier sprake van een variant op het thema van Tjeempie! of Liesje in Luiletterland (1968). Ook dat boek gaat over het zoeken naar de ware, bevrijdende lief‘de zonder welke men geen volledig mens kan zijn.

Frank van Dijl

Remco Campert – Oom Boos-Kusje en de kinderen. Met tekeningen van Poeka Veldman. Kinderboek. De Bezige Bij.

Deze recensie werd eerder gepubliceerd in Algemeen Dagblad, 30 september 1996.