Vet aangezette politieserie met een waarachtige kern

Het gevaar van een beschrijving van de strips rond de hardboiled detective Alack Sinner is dat het van clichés aan elkaar hangt. Dat zou de geweldige verhalen van het Argentijnse duo Carlos Sampayo (tekst) en José Muñoz (tekeningen) beslist tekort doen. En ergens voelt de uitgever dat ook, want die heeft ervoor gekozen om het eerste deel van de complete werken uit te geven met een buikbandje waarop we lezen dat Alack Sinner ‘dé inspiratiebron [is] voor Sin City en Blacksad‘, voorwaar geen geringe aanbeveling.

Zo’n extra prikkel kan geen kwaad natuurlijk, maar iedereen die eerder in aanraking kwam met de onderkoelde Sinner weet: die strips zijn geweldig, en dulden nauwelijks soortgelijke series naast zich. Torpedo is te gek, zonder twijfel, maar het is te karikaturaal. Hetzelfde geldt voor detectiveseries als Canardo, Jerome Bloks, Soda, Rik Ringers en Nestor Burma. Stuk voor stuk lekker leesvoer, en in het geval van Bloks van harte aanbevolen, maar zo rauw en flink als Sinner wordt het nergens.

De afgelopen jaren, en toch al weer een tijd geleden, verschenen er hier en daar albums met een aantal verhalen, maar nooit werd een poging ondernomen de Sinner-verhalen compleet te bezorgen. Daar gaat uitgeverij Sherpa in haar paarlen jubileumjaar verandering in brengen: onlangs verscheen Het leven is geen stripverhaal, baby, een verzameling van vier verhalen die geldt als het eerste deel van de complete werken. En dat is goed nieuws.

Zoals het tegenwoordig gaat, zit er voorin het album een inleiding. In dit geval het vermelden waard, omdat de uitgever precies uitlegt waarom de impressionistische Sinner-verhalen misschien niet meteen aanspreken, maar regelrecht de moeite waard zijn.

Allereerst zijn de strips in een ruig, contrastrijk zwart en wit opgezet. Omdat ze oorspronkelijk als krantenstrips werden gepubliceerd, en ze met de jaren niet werden ingekleurd, ogen de strips wat onbehouwen: soms lijkt het alsof de plaatjes met een dikke viltstift zijn ingekleurd. En wellicht is exact dat het geval geweest. Daarbij is de lijnvoering van Muñoz onaangepast en snel. Liefhebbers van gedetailleerde en verfijnde tekeningen zullen zich wel twee keer bedenken om Alack Sinner mee te nemen en dat is welbeschouwd eeuwig zonde. Daar komt bij dat de strips niet van nu zijn, maar uit de tijd van de Vietnam-oorlog en de moord op John Lennon. Er zijn geen mobiele telefoons, speuren is nog eerlijk handwerk en Sinner leest de krant niet van een scherm, maar nog old school van papier. En ten derde kun je je als lezer maar moeilijk identificeren met de protagonist Sinner, die nu eenmaal niet het zonnetje in huis is. Dat is feitelijk eerlijker dan hoe zijn collega’s worden geportretteerd: figuren als Ringers, Bloks en Canardo hebben iets leuks of stoers, iets waaraan de lezer zich kan spiegelen. Alack Sinner doet geen enkele moeite; lezers kunnen hem – net als leden van de politie, recherche en penoze – gestolen worden.

En daar komen we op een vreemd verhaalgegeven uit: Sinner wil eigenlijk met rust gelaten worden, maar wordt steeds weer in een stinkende zaak getrokken door geldgebrek. Je zou zeggen dat hij beter een fatsoenlijke baan zoekt, maar dan weer: Sinner geeft niets om jouw mening.

Het mooie van het eerste deel is dat de verhalen in een logische volgorde staan zodat je bijvoorbeeld snapt waar Sinners aversie voor de politie vandaan komt. In het openingsverhaal Gesprek met Joe is hij zelf nog een agent en komt hij achter de verdorven machtsstructuren en achterbakse machinaties van de hermandad, en die zijn niet mals. Sinner vertrekt, maar dat maakt hem niet meteen een engeltje. Er zijn momenten dat je meer compassie verwacht, al zal dat voor een groot deel ingesleten zijn. De zelfkant is niet zacht voor zijn bezoekers.

Terug naar het feit dat Alack Sinner de inspiratiebron zou zijn van Frank Millers Sin City en Blacksad van Canales en Guarnido. Daar zit ongetwijfeld iets in. Meer nog leidt Sinner naar de Amerikaanse politieseries uit de jaren zeventig, zoals The Streets of San Francisco en vooral McCloud. Wat ze overeenkomen met Alack Sinner is bijvoorbeeld de aanwezigheid van een bar als uitvalsbasis, het eigengereide en losbandige gedrag van ongeveer iedereen bij de politie en de vet aangezette entourage. De kluchtige politieserie-pastiche Police Squad met Leslie Nielsen in de hoofdrol ging precies met dit soort clichés aan de haal. In die context past Sinner.

Alle vet aangezette politiezaken terzijde; waar het bij Alack Sinner uiteindelijk vooral om gaat heeft te maken met zijn rechtvaardigheidsgevoel dat in het verleden een flinke knauw heeft gekregen. Hij is een gemankeerde strijder voor de goede zaak, die maar met moeite het waarachtige in de mens ontdekt. Zijn obsessies en minachting stuwen hem voort: daarin zit de kracht van deze serie. Alack is geen mooie, stoere kerel. Hij is niet sympathiek of gevat, zegt nooit sorry. Maar hij is waarachtig, en dat is een belangrijke reden om deze politiestrip vooral meteen te gaan lezen.

Stefan Nieuwenhuis

Carlos Sampayo & José Muñoz – Alack Sinner compleet 1: Het leven is geen stripverhaal, baby. Sherpa. 200 blz. hardcover. € 29,95.