Raciale allegorie

Voor het eerst is er een Nederlandse vertaling verschenen van een boek van William M. Kelley (1937-2017). De uitgever vergelijkt hem op de achterplat met contemporaine zwaargewichten als James Baldwin en William Faulker, maar dat lijkt mij vooralsnog te veel eer. Niettemin, Kelley is een zwarte schrijver, die vanzelfsprekend – zeker in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw – schrijft over de Amerikaanse black struggle. In zijn debuutroman A Different Drummer uit 1962, vertaald als Uit de maat, doet hij dat in de vorm van een allegorische vertelling.

Uit de maat speelt zich af in ‘een staat in het midden van het zuidoosten van het Diepe Zuiden die in het noorden aan Tennessee grenst, in het oosten aan Alabama, in het zuiden aan de Golf van Mexico en in het westen aan Mississippi’; in een fictieve staat dus – maar wel in het raciale Zuiden. De negers – de vertaler hecht aan een authentieke vertaling – zijn er nog maar nauwelijks aan gewend dat ze rechten hebben; de blanken evenmin dat zij deze moeten delen. Maar plotseling, als op een geheim teken, vertrekken alle negers uit Sutton, een slaperig plattelandsdorpje. Voor de blanke mannen die dagelijks op de veranda van de kruidenierswinkel van Thomasen bijeenkomen is het het gesprek van de dag. Ze speculeren en roddelen dat het een lieve lust heeft, en onderwijl vertrekken busladingen uit het dorp. Een aantal dagen daarvoor waren allen erbij – meneer Harper, Harry Leland en zijn zoon Harold, Loomis, Stewart, Bobby-Joe McCollum en uiteraard kruidenier Thomasen, die toch nooit iets verkocht, en nog meer anderen – toen Tucker Caliban zijn boerderij in de hens stak. Was dat het begin van dit alles?

De lezer krijgt dan uitgebreid uit de doeken gedaan hoe het zo allemaal gekomen is met Tucker Caliban, en dan meestal bij monde van een van de blanke kletsmajoors op de kruidenierswinkelveranda. Van het hoe komen we achter, maar niet van het waarom; waarom doet deze trotse, koppige neger dit? Wat is er in Tucker Caliban gevaren? En waarom vertrekken alle, werkelijk alle donkere mensen uit Sutton? En waar gaan ze naartoe? Naar het Noorden? Naar wat? Er waren dus opeens helemaal geen negers meer.

En dus kwamen ze weer terug naar de veranda. Ze spraken niet over wat ze hadden gezien omdat ze het allemaal zelf hadden gezien. Ze zaten te zwijgen en te denken en probeerden na te gaan wat dit allemaal voor hen te betekenen had, hoe morgen, volgende week of volgende maand anders zou zijn dan gisteren, vorige week, vorige maand of hun hele leven tot dusverre was geweest. Het lukte geen van allen om het helemaal te overzien. Het was net zoiets als proberen je het Niets voor te stellen, iets wat ze allemaal nog nooit hadden overwogen. Ze hadden geen referentiepunt waarop ze het concept van een negerloze wereld konden plaatsen.

En dat doet toch wat met de blanke mannen, waardoor het beest in hen naar boven komt.

Ik kan mij voorstellen dat deze roman, deze vertelling, in 1962 een schokgolf teweeg zou hebben kunnen brengen in het Amerika van de begin jaren zestig, maar de realiteit is dat A Different Drummer maar een zeer beperkt publiek heeft bereikt. Ruim een halve eeuw later is dat niet anders, al is het thema – en ook de verhulde boodschap – nog steeds even actueel. Anderzijds zijn het wat dunne verhaal en de weinig psychologisch uitgediepte karakters niet direct een keiharde aanbeveling Uit de maat stante pede te consumeren, al is de climax uitermate schokkend.

Wiebren Rijkeboer

William M. Kelley – Uit de maat. Vertaald door Arthur Wevers. Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam. 270 blz. € 22,99.