Recensie: Rindert Kromhout – En ik was zijn held
Blijf de nuance zien
In dit zelfstandig te lezen vervolg op Een Mann (2016), de fictieve literaire biecht van debuterend auteur Klaus Mann aan zijn vader, blijkt de protagonist nog steeds een rusteloos persoon. Met dit grote verschil dat de maatschappelijke omstandigheden serieus veranderd zijn; in het Duitsland van 1933 evolueert Klaus onder druk van de gebeurtenissen tot ‘politiek bewust schrijver’.
Kromhout weet zijn hoofdpersonage knap als zoekende ziel te typeren. Klaus’ omzwervingen brengen hem in vanuit cultureel en politiek oogpunt gezien toonaangevende Europese steden als München, Parijs en Amsterdam; van Duitser is Klaus nu Europeaan geworden. Het is de grote verdienste van de auteur dat hij een kleurrijke en vooral beklijvende maatschappelijke achtergrond schept, waarin niet alles kommer en kwel blijkt, zelfs niet gezien de sterke opmars van de nationaalsocialisten. Kromhout brengt die evolutie vanaf het prille begin in beeld en overtuigt met een historisch accuraat portret, zonder tot eenzijdige informatieoverdracht te vervallen. Daarbij heeft de auteur zich grondig ingelezen, getuige de uitgebreide literatuurlijst aan het einde van de roman. En met resultaat, want de gedegen politiek- en maatschappelijke sociale achtergrond overtuigt en zorgt voor een authentieke achtergrond, waartegen Klaus’ wedervaren geloofwaardig wordt geportretteerd. Vijfentachtig jaar later blijft het bovendien een brandend actuele thematiek, al trapt de auteur niet in de val van gezochte parallellen met de hedendaagse verrechtsing in Europa.
Klaus trekt meteen stevig van leer tegen het nazibewind: ‘Wie niet stom was, werd geen nazi.’ De sfeer in het door de familie Mann zo geliefde Duitsland wordt dan ook steeds grimmiger. De mensonterende acties van de nazi’s worden haarfijn en gedetailleerd beschreven, zonder melodramatisch te worden. Hier is een kritisch observator aan het woord, duidelijk antinazistisch, maar niet uitsluitend veroordelend. Het pleidooi van z’n grootvader indachtig, probeert Klaus ten allen tijde een stigmatiserend hokjesdenken te vermijden:
Zwijg nooit als je ook kunt spreken. Maar verdeel de wereld niet in zwart en wit, in vriend en vijand, trap niet in die val, want dat is nou juist waar de nazi’s op uit zijn. Blijf de nuance zien.
Dit genuanceerde portret blijkt de geijkte vorm om Klaus’ (literaire) groei alle eer aan te doen. In de familie Mann worden politieke discussies op het scherpst van de snede gevoerd. Erika floreert in het door haarzelf opgerichte politieke cabaret ‘Die Pfeffermühle’, dat zich tot doel stelt om onverholen maatschappijkritische voorstellingen te maken. Oom Heinrich werpt zich eveneens als politiek activist tot ‘de stem van democratisch Duitsland’ op, terwijl Klaus met de gevluchte uitgever Fritz Landshof het bekende politiek-literaire tijdschrift Die Sammlung begint, waarin het kruim van de literaire beau monde interesse betoont, van Joseph Roth en Herman Hesse tot André Gide en Jean Cocteau. Klaus wordt vanzelfsprekend hoofdredacteur, maar misschien meer nog dan zijn literaire ambities te ondersteunen, vormt het tijdschrift een adequaat, zij het ook beproefd middel om de goedkeuring van de zo bewonderde vaderfiguur – onder de vorm van een literaire bijdrage – te verwerven. Het is bijzonder boeiend om de evolutie van Die Sammlung te kunnen volgen, vanaf het voorafgaande denkproces, dat samen met Klaus’ volwassenwording en de markante historische achtergrond de essentie van deze roman vormt.
Klaus’ ambitieuze, dissidente project staat haaks op de voorzichtigheid van vader Thomas, die enkel openbaar wil optreden als de ‘schone kunsten’ bedreigd worden. Meer nog dan zijn kinderen beseft de gelauwerde auteur dat het steeds moeilijker zal worden om aan het door de nazi’s gedomineerde maatschappelijke leven te blijven participeren. Zo raakt Kromhout opnieuw aan het hoofdthema van Een Mann, waarin de getroebleerde vader-zoonrelatie nog centraal stond. Hier wordt deze verhaalstof beheerster uitgewerkt. Klaus voelt steeds meer sympathie voor zijn liberale oom Heinrich, wat weliswaar tot een diepgaand gewetensonderzoek leidt, maar dergelijke passages worden minder expliciet uitgewerkt en weten daardoor net sterker te beklijven. Kromhout brengt de lezer quasi nietsvermoedend naar de groots uitgewerkte apotheose, waarin Die Sammlung knap wordt ingezet. Het doet meteen vermoeden dat er nog een derde boek op komst is, net zoals de auteur eerder al een trilogie schreef over de Bloomsbury-groep.
Overtuigen doet Kromhout ook met een sterk psychologisch portret van Klaus, van wie de gedachten, gevoelens en twijfels geheel natuurlijk worden uitgewerkt en bovendien kundig tegenover de snel veranderde maatschappelijke achtergrond geplaatst worden. Dat geldt helaas in mindere mate voor de overige leden van de familie; Erika, Mielein, de tovenaar, oom Heinrich, ze zijn allemaal weer aanwezig, maar hun karakterisering krijgt minder sterk gestalte. Dat hoeft niet altijd een euvel te zijn, maar in het geval van zus Erika vormt het toch een gemis; ik had haar liever als zelfstandig agerend karakter gezien, in plaats van Klaus’ sidekick. Voornamelijk de vertelinstantie is hiervoor verantwoordelijk; de personele verteller focust vooral op Klaus’ ervaringen, minder op de ontwikkeling van de overige personages. Daarbij hanteert de auteur voornamelijk dezelfde schrijftrant als in Een Mann; zowel woordkeuze als zinsbouw blijven relatie eenvoudig, al integreert Kromhout ook enkele zorgvuldig gekozen beelden en dragen de snedige dialogen onmiskenbaar tot de authenticiteit van de karakterisering bij.
Zowel de inhoudelijke als stilistische uitwerking maakt En ik was zijn held tot een behoorlijk pittig boek dat m.i. levendiger en gelaagder is dan zijn voorganger. Over Een Mann was ik behoorlijk kritisch en ik besloot mijn recensie als volgt: ‘De flamboyante, artistiek-elitaire kunstenaarsfamilie Mann mocht dan ook met een stilistisch en inhoudelijk sterker boek herdacht worden.’ Na het lezen van deze ambitieuze opvolger stel ik mijn mening grotendeels bij: Kromhout weet zich terdege in deze excentrieke historische personages in te leven. Benieuwd wat het derde boek over de familie Mann zal brengen.
Jürgen Peeters
Rindert Kromhout – En ik was zijn held. Leopold, Amsterdam. 304 blz. € 19.99.