In zijn column voor HP/De Tijd schrijft Ilja Leonard Pfeijffer vandaag over de populariteit van de Italiaanse politicus Salvini.

Salvini is de leider van de extreemrechtse partij Lega Nord. Momenteel is hij ook de vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken. Hij heeft onlangs de huidige coalite opgeblazen en wil vervroegde verkiezingen met als doel om zelf premier te worden.

Pfeijffer merkt dat de opmars van Salvini sommige mensen angstig maakt:

Voor het eerst zie ik angst bij de mensen. Geen tijdelijke paniek of onberedeneerde bangigheid, maar fundamentele angst die de conclusie is van rationele overwegingen. Deze kalme, zekere angst is iets nieuws voor mij. Ik heb zoiets nog nooit eerder waargenomen bij de mensen en het maakt grote indruk op mij. Opeens kan ik mij voorstellen hoe de sfeer was in de jaren dertig van de vorige eeuw.

Hij schrijft ook:

Italië heeft ervaring met fascisme. Anders dan in Duitsland is het bruine verleden nooit helemaal ondubbelzinnig veroordeeld. Een fascistische onderstroom heeft al die tijd bestaan en vooral bij de politie hebben fascistische sympathieën al die tijd gesluimerd en gewacht op het moment dat het politieke klimaat deze opnieuw zou legitimeren. Dat moment lijkt nu onafwendbaar en linkse intellectuelen en gematigde, fatsoenlijke mensen zijn bang dat de zekerheden van de rechtsstaat geen zekerheden zullen blijken. In gedachten worden er koffers gepakt.

Voorlopig pakt Pfeijffer nog niet zijn koffers, maar wellicht verlaat hij op een later moment wel Genua:

​En op hun vraag of ik in Italië blijf als het gebeurt, antwoord ik tot nu toe: ‘Ik kan jullie niet alleen laten.’ Ik zal u op deze plek op de hoogte houden of ik van mening verander.