Op het weblog van Huub Beurskens fileert Martin Reints het bekende gedicht ‘Afsluitdijk’ van M. Vasalis. Reints vindt het een toonbeeld van onzin, een gedicht vol onbeholpen regels. Vooral de strofe: ‘Vóór mij de jonge pasgeschoren nekken / van twee matrozen, die bedwongen gapen / en later, na een kort en lenig rekken, / onschuldig op elkanders schouder slapen.’ moet het ontgelden:

Deze twee jongens slapen ‘onschuldig op elkanders schouders’. Het staat er echt! Ik denk: de een heeft zijn hoofd op de schouder van de ander en de ander heeft de zijkant zijn hoofd tegen de bovenkant van het hoofd van de een. Maar dat ze ‘op elkanders schouders slapen’? Gaat het nou over matrozen in een bus of over akrobaten in een circus?

Lees het hele stuk hier.

(foto: Minister Elco Brinkman reikt P.C. Hooftprijs uit aan M. Vasalis in 1983 – Croes, Rob C. / Anefo, CC0)