Een heel gelukkig 2050 is de titel van het laatste boek van Boudewijn van Houten. Een satire, dat staat zelfs op het omslag. Wim Fievez, filosoof en schrijver van aanschafsuggesties van NBD Biblion, heeft het boek gelezen en schreef een vernietigend stukje over het boek. De kritiek is vooral op morele gronden gestoeld: ‘Zijn conservatieve opmerkingen en aan racisme schampende uitspraken zijn in al hun vrijblijvendheid stotend en oneerlijk.’ Fievez eindigt zijn aanschafsuggestie met een sneer over het hele oeuvre van Boudewijn van Houten, dat ‘door velen bedenkelijk of zelfs suspect wordt beschouwd.’ Benieuwd hoeveel bibliotheken het boek gaan aanschaffen.

Het boekje bestaat uit een veertiental korte opstellen geschreven door een vrouwelijke hoogleraar genderstudies. Daarin kijkt ze terug, vanuit het toekomstige jaar 2050, op enkele opvallende ontwikkelingen die onze samenleving de vijftig jaar daarvoor op cultureel, sociaal en politiek gebied heeft doorgemaakt. De tekst is vol scherpe en onnodige spot en kan met recht cynisch worden genoemd. De auteur (1939) steekt genadeloos de draak met zaken als immigratie, de dierenpartij, universiteit, literatuur, vrouwenbeweging of de democratie. Ook de media krijgen de wind van voren. Het zijn met name de progressieve idealen waar de auteur niets van moet hebben. Zijn conservatieve opmerkingen en aan racisme schampende uitspraken zijn in al hun vrijblijvendheid stotend en oneerlijk. De indirecte weg via de satire die hier wordt gekozen is laf. De opstellen zullen menige lezer onnodig kwetsen en dat is misschien precies wat de auteur ermee beoogt. Het boekje past in een oeuvre dat door velen bedenkelijk of zelfs suspect wordt beschouwd.