In Knack schreef Saskia de Coster een stuk, deels gefictionaliseerd, over haar eigen #MeToo-ervaring. Dat gebeurde op de universiteit van Leuven, al wordt de universiteitsstad en de professor in kwestie niet met name genoemd. ‘In mijn tekst vermijd ik namen en herkenbare details, om privacyredenen én uit angst voor repercussies.’

Hij is een docent die veel weet van een obscure schrijver van twee romans en één novelle. Zij schrijft een essay over de schrijver dat door de professor hogelijk gewaardeerd wordt. Maar voor een academische carrière moet ze meer meebrengen dan haar intellect. Tot ze er genoeg van heeft:

Na een lange afwezigheid, met ziektebriefjes, ging ze op een ochtend terug naar de universiteit. Er werden papieren ondertekend, ze kon gaan. Die glorieuze fietsrit lang, wegwaaiend van die universiteit, voelde ze de vrijheid door haar hele lijf stromen. Omdat de professor haar bevrijd had uit de gevangenis die hij eerst zelf voor haar gemaakt had, alles welbeschouwd.

Later heeft ze eens publiekelijk zijn academische competentie in twijfel getrokken. Over de rest repte ze met geen woord. Ze legde zichzelf die stilte op om haar verhaal niet weer te reduceren tot een verhaal over een lichaam.

Het is belangrijk voor De Coster om twintig jaar na dato weer de regie in handen te nemen. Ze kruipt in de huid van de professor, de agressor:

Ik deed dat omdat ik een schrijver ben en je je als schrijver net in andere standpunten moet kunnen inleven. Maar ik deed het ook om een grens over te gaan, de controle te nemen en me de stem van professor X toe te eigenen. Te fictionaliseren.

Er zijn waarschijnlijk heel veel mensen die al weten wie professor X is. Die heeft geen fijne tijd nu.

Lees het verhaal in Knack of op Blendle als je nog een tegoed hebt. Op Canvas vertelde ze over de achtergronden bij het artikel.