Het begon op het weblog van Huub Beurskens die enkele kanttekeningen zette bij het gedicht ‘De krekels’ van M. Vasalis. Daarop kreeg hij een reactie van Martin Reints over het gedicht ‘Afsluitdijk’, ‘slecht geschreven onzin’ noemde Reints het gedicht. Op Facebook schreef Alexis de Roode:

Altijd triest als tweederangsdichters een eersterangsdichter proberen te fileren met dit soort PDD-NOS-redenaties, die vrijwel altijd berusten op het aanwijzen van metonymen als logische fouten. Taal is geen wiskunde jongens, dat zou je als dichter moeten weten.

Op Neerlandistiek schreef Jos Joosten een wat langer stuk over het gedicht en de kritiek van Reints (waarbij, o gruwel, de dichtregels gecursiveerd worden). De conclusie is niet mals:

Net als de patiënt die bij Rohrschachtest in elke inktvlek een blote vrouw ziet, mag iedere lezer voor zichzelf in een gedicht zien wat hij of zij wil. Maar om er publiekelijk zo totaal bezijden de tekst een partij willekeurig en boosaardig op los associëren van te maken zoals Reints hier doet is beneden niveau. Je verwacht van een gelauwerd dichter en essayist beter.

Op dat stuk kwam weer een reactie van Huub Beurskens die en passant het gebrek aan samenhang in de beelden bij ‘De idioot in het bad’ benoemt.

Met aspectivisch kijken van het kubisme of iets dergelijks had dit niets van doen, ook niet met surrealisme; wel met het kiezen voor afzonderlijke beelden zonder zich om hun samenhang te bekommeren.

(foto: M. Vasalis ontvangt de Culturele Prijs van de provincie Groningen, Bilsen, Joop van / Anefo, CC0)