De familie als verhaal

P.F. Thomése heeft een veelkantig oeuvre. Naast de lach of ik schiet-romans over de cultheld J. Kessels, schreef hij prachtige serieuze romans zoals De onderwaterzwemmer. Hij schreef ook Schaduwkind, een autobiografisch boek over de dood van zijn dochter en een zoektocht naar troost in de kunsten. Schaduwkind is wellicht zijn meest succesvolle boek ondanks de afkeer die de schrijver heeft van het autobiografische genre dat in zijn ogen te vaak op het effect bij het publiek gericht is. Dat zijn nieuwste boek Vaderliefde als titel heeft, is in dat licht opmerkelijk.

Thomése kon Vaderliefde pas schrijven nadat zijn beide ouders waren overleden. Het is niet alleen een boek geworden over de vader, maar ook over de moeder, over wie hij nogal hard concludeert dat ze in zijn werk schittert door afwezigheid. ‘Ik wist niet wat ik met haar doofstomme gevoelsleven aan moest.’ Een moeder die liever niet over haar verleden sprak, wat bijna tot een ironisch geformuleerde wraakactie leidt: ‘Als jij niets vertelt, dan vertel ik ook niets.’

Natuurlijk doet de schrijver dat niet, want uit de brokstukken van het verleden – voorwerpen, brieven, herinneringen – construeert hij een verleden. Niet alleen van zijn ouders, maar ook van de grootouders, van ooms en tantes, zodat er brede familiegeschiedenis ontstaat. Daar waar informatie ontbreekt vult de schrijver die moeiteloos in, al trapt hij ook enkele keren op de rem als hij het verleden te rooskleurig intekent.

Ik wil ze ervoor behoeden mijn ouders te worden een gezinsgevangenis te stichten en zich te ketenen aan allerlei voorschriften waarin ze onmogelijk werkelijk geloofd kunnen hebben.

In het begin van het boek wil de grootvader van Thomése nog graag dat de familie afstamt van een adellijke tak, terwijl in werkelijkheid de familie via een bastaard is voortgezet. Een Franse naam betekent niet automatisch historische grandeur. Het is de schrijver die de familieleden groter maakt, ze in een historische context zet: van de Napoleontische oorlogen tot de Tweede Wereldoorlog. Het is de schrijver die hun levens koppelt aan boeken, wetenschap, architectuur en kunst. Aan het eind van al die verhalen, ingekleurd of niet, staat de schrijver zelf die niet in de voetsporen wilde treden van zijn maatschappelijk mislukte vader. In een ontroerend slothoofdstuk beschrijft Thomése het onhandige contact met zijn vader dat voortduurde tot aan diens doodsbed. Uiteindelijk realiseert hij zich dat ook hijzelf, ooit, gereduceerd zal worden tot eenzelfde verhaal voor zijn zoons.

Coen Peppelenbos

P.F. Thomése – Vaderliefde. Prometheus, Amsterdam. 256 blz. € 19,99.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 27 september 2019.