De stem van de buurtsuper

Er is welbeschouwd niet zo veel veranderd sinds de Jomonperiode. Dat om te beginnen. Shiraha, een disfunctionele supermarktmedewerker zegt het keer op keer in Buurtsupermens, de internationale succesroman van de Japanse schrijfster Sayaka Murata. Toch is niet Shiraha het centrale personage in deze roman, maar Keiko Furukura, die al zo’n vermoeden over deze materie had.

Keiko werkt vanaf de dag van de opening in zo’n typisch Aziatische, propvolle buurtsupermarkt, die altijd open is om de immer gehaaste landgenoten te voorzien van onder meer rijstballen, ander fastfood en mierzoete drankjes. Na een half leven van vakken vullen en ingestudeerde beleefdheden roepen naar anonieme klanten, beginnen andere mensen haar wel erg sneu te vinden; zo’n kansloze vrouw, die na al die jaren niet verder is gekomen dan dat onbeduidende rolletje als serviele flexwerker. Maar zelf ziet ze dat anders. Vanaf haar vroegste jeugd begrijpt ze de inspanningen en ambities van haar medemensen niet. In plaats daarvan hoort zij steeds duidelijker ‘de stem’ van de buurtsuper, wat betekent dat ze meer dan ooit ‘snapt wat hij verlangt, hoe hij wil zijn’. Met het flutflexbaantje als droom.

Sayaka Murata, die het leven als gedienstige medewerkster van zo’n buurtsuper buitengewoon goed kent uit langjarige eigen ervaring, laat Keiko haar verhaal doen op die zo kenmerkend Japanse manier van vertellen, een beetje naïef klinkend, maar ondertussen vervuld van zich steeds verder ontwikkelende persoonlijke ideeën en gevoelens. De winkel blijkt een geweldige plek te zijn om mensen in hun dagelijkse doen en laten te observeren.

Enerzijds erkent Keiko sociaal onhandig te zijn, niet aan te sluiten bij het breed gedragen ‘normaal’ van de uiterst conservatieve Japanse samenleving, dat wil zeggen permanent loerend op kansen om een, liefst goedverdienende en invloedrijke, echtgenoot te bemachtigen en met hem kinderen te krijgen, anderzijds weigert ze haar levensbenadering onjuist te vinden, wat niet niks is in dat land. De basisvraag die in deze beknopte roman impliciet steeds gesteld wordt is: waarom mag een mens niet leven zoals hij of zij dat zelf verkiest?

Familieleden, andere winkelmedewerkers, klanten, iedereen meent iets te mogen vinden van een, misschien lichtelijk autistische, vrouw alleen, die je niet hoort klagen over haar kleine, overzichtelijke, seks- en partnerloze bestaan. Er is geen luxe, maar wel de vaste regelmaat en de zekerheid van winkelrituelen. Waarom hebben anderen het daar dan zo moeilijk mee?:

Als ze iets raar vinden, denken ze allemaal dat ze zomaar het recht hebben je privéleven binnen te dringen om de oorzaak te ontdekken. Ik vind dat vervelend, en arrogant en deprimerend op de koop toe.

Buurtsupermens vertelt van het dagelijkse functioneren in de ‘lichtbak’, zoals Keiko Furukura de winkel omschrijft, waarin de strikt afgerichte personeelsleden moeten functioneren als mensen zonder eigenschappen. Daarnaast is er haar persoonlijk leven, waarin ze zich ook al steeds moet verdedigen voor haar onconventionele houding.

Met de komst van Shiraha, een opvallend oude sollicitant voor zo’n nederig baantje, verandert er iets in Keiko’s leven. Hij brengt de theorie mee, kun je zeggen, voor de opvattingen die zij al jarenlang heimelijk koesterde. Hij begint telkens opnieuw over de Jomonperiode in Japan. In die ver vervlogen jaren kregen de stoerste mannen de mooiste vrouwen. De anderen hadden het nakijken. Iedereen had zich maar te schikken in die situatie. En veel is er niet veranderd, wil hij maar zeggen. Wat zijn ietwat activistische disfunctioneren zou moeten verklaren. Samen bedenken ze een methode om aan de enorme sociale druk te ontkomen, wat verrassende effecten op hun omgeving tot gevolg heeft.

Buurtsupermens gaat echter om meer, het raakt ook aan internationale sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen, waarin individuen steeds verder gereduceerd worden tot willekeurig inzetbare pionnetjes. Keiko mag dan hard werken en vrijwel permanent beschikbaar zijn, wat haar door de jaren heen nogal gratuite complimentjes opleverde van de acht opeenvolgende managers, toch knaagt ook bij haar de gedachte: wat moet ik als ik op oudere leeftijd niet meer aan dit tempo en deze eisen kan voldoen. Krijg ik met mijn langjarige inzet en betrokkenheid dan nog een beetje krediet?

André Keikes

Sayaka Murata – Buurtsupermens. Vertaald uit het Japans door Luk Van Haute. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam. 144 blz. €20.