Identiteitslezen

Vorige week zaterdag werd in de boekenbijlage van de Volkskrant aandacht besteed aan het lezen van literatuur geschreven door vrouwen en mannen. Verschillende schrijvers waaronder beroepsquerulant Jamal Ouariachi mochten daar hun opinie over geven. Het gaf Ouariachi de kans om een favoriet zijpad te bewandelen.

In feite is het identiteitspolitiek in de literatuur, en het is dan ook niet voor niets dat je ook bij andere identitaire groepen soortgelijke zelfgeobsedeerde literatuuropvattingen aantreft. In de lgbtqi-gemeenschap is men druk doende met gespecialiseerde queerboekenlijstjes, queeruitgeverijen en queerboekhandels, terwijl antiracismeactivisten maar blijven drammen dat de ‘zwarte stem’ meer ruimte moet krijgen in de Nederlandse literatuur – whatever die zwarte stem may be…

Aangezien ik tot die ‘lgbtqi-gemeenschap’ behoor (de g) vroeg ik me af of ik zo ‘zelfgeobsedeerd’ was en net als elke medewerker aan de Volkskrant-boekenbijlage ging ik maar eens aan het tellen. Van de 70 boeken die ik tot dusver gelezen hebben vallen er 6 met enige goede wil onder het label ‘lgbtqi-gemeenschap’:
Mariken Heitman – De wateraap
Annet Mooij – De eeuw van Gisèle
Iris Murdoch – De klok
Niña Weijers – Kamers antikamers
Jef Last – De zeven caramboles
Thomas Olde Heuvelt – Echo

Voor iemand die tot lgbtqi-gemeenschap behoort toch niet heel zelfgeobsedeerd. ‘Het komt allemaal voort uit de hardnekkige misvatting dat zelfherkenning het mooiste is wat literatuur te bieden heeft,’ schrijft Ouariachi. Altijd mooi als je heel stellig iets beweert, terwijl er niemand is die deze opvatting verkondigt. Er zijn alleen heel wat lezers, waaronder ik, die het af en toe wel prettig vinden om zich ook te kunnen herkennen in een personage. Identificatie zegt overigens niets over je waardering voor het boek, want van de zes hierboven genoemde boeken was ik van drie niet zo onder de indruk.

Noem overigens eens een queeruitgeverij? LaVita Publishing, uitgever van lesbische boeken is in 2016 gestopt en volgens mij is er geen enkele queeruitgeverij over. Uitgeverij kleine Uil heeft binnen het brede assortiment een Regenboogreeks, uitgeverij Querido begint volgend jaar onder redactie van Edward van de Vendel een speciale reeks waarin het brede lhbtq+-assortiment in naar voren komt. Wat de queerboekhandels betreft: in Nederlands is er geen enkele meer te vinden (al heeft Savannah Bay in Utrecht een ruime keuze in lhbtq+-boeken, in Vlaanderen ken ik alleen maar Kartonnen dozen). Zo ‘druk doende’ is onze gemeenschap dus niet.

Naast de zes eerder genoemde boeken identificeer ik me de rest van het jaar enorm met hoofdpersonen die niet binnen de ‘lgbtqi-gemeenschap’ passen, dus ik kon het wonderwel met de conclusie van het stuk van Ouariachi eens zijn.

Terwijl het nu juist een grote kracht van literatuur is dat zij je in staat stelt je identiteit te ontstijgen en neer te dalen in het bewustzijn van een ander. Let wel: een individueel bewustzijn, dat zich met de vrijheid die literatuur eigen is, onttrekt aan die benauwende hokjes als geslacht, etniciteit of seksuele voorkeur.

Het lijkt binnen het stuk van Ouariachi net of er een tegenstelling bestaat tussen die ruimdenkende vrije geesten uit zijn slotzin en de op zichzelf betrokken enge kliek die alleen maar met de eigen identiteit bezig is. Leuk voor een badinerend stukje op zaterdag, maar het heeft met de werkelijkheid weinig van doen. Wat een site als queerboeken doet, wat wij op Tzum af en toe doen met een onschuldig lijstje of wat wij binnen Uitgeverij kleine Uil doen met de Regenboogreeks of Querido met de reeks Querido Glow is laten zien dat er een enorm divers aanbod is waar je uit kunt kiezen. Dat moet niet, dat kan. Volgens mij omarmen wij allemaal de vrijheid van literatuur, maar ontkennen we niet dat herkenning ook van belang kan zijn voor een lezer.

Coen Peppelenbos

(afbeelding: Narcissus verliefd op zijn eigen spiegelbeeld, fragment, Bernard Picart, 1733, via het Rijksmuseum)