De Poolse schrijfster Olga Tokarczuk (1962) en de Oostenrijkse schrijver Peter Handke (1942) zijn de winnaars van de Nobelprijs voor de Letterkunde van respectievelijk 2018 en 2019. Dat is zojuist door de Zweedse Academie bekendgemaakt.

Tokarczuk brak in 2018 internationaal door na het winnen van de Man Brooker Prize voor Flights, de Engelse vertaling van haar boek Bieguni uit 2007, dat in het Nederlands is vertaald als De rustelozen (De Geus). Ze is van oorsprong psycholoog. Haar eerste roman verscheen in 1993 en werd (nog) niet in het Nederlands vertaald.

Ze krijgt de prijs voor haar narratieve verbeelding die met encyclopedische hartstocht het overschrijden van grenzen als levensvorm vertegenwoordigt. Het is de vijftiende keer dat de Nobelprijs voor Literatuur is toegekend aan een vrouw.

Peter Handke publiceerde sinds 1966 een respectabel aantal boeken. Hij is ook bekend als toneelschrijver. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste Oostenrijkse auteurs. De Nobelprijs is hem toegekend voor zijn invloedrijke publicaties die met taalkundige vindingrijkheid de eigenzinnigheden van het menselijk bestaan hebben verkend.