‘Mijn voornaam begint namelijk met een Ö. Die letter ontbreekt steevast in de schappen van onze winkels. Hoe kan dat in vredesnaam?’ Uit het ontbreken van de noodzakelijke puntjes op de O trok Akyol de conclusie:

Pas als roetveegpieten achter alle etalages prijken en bijzondere letters uit andere taalgebieden volop als chocola worden aangeboden, kan ik als persoon met een migratieachtergrond het sinterklaasfeest volledig omarmen.

Net als vorig jaar snapten heel veel lezers de ironie niet.

Net als bij de column van vorig jaar kwam er een nazorg-artikel in het AD waarin de ironie nog eens wordt toegelicht. Sterker nog: dat had Akyol zelf ook al gedaan met een acrostichon in zijn column: ‘Ik raad onze Nederlandse ingezetenen en alle allochtonen aan om eens met elkaar in conclaaf te gaan over deze kwestie.’ Bijkomend voordeel: er waren ook bakkers die de uitdaging aangingen, zoals Jamin.