Een dichtend vogeltje

‘Alleen de binnenwereld kan mij redden,’ staat in het hoofdstuk ‘Begin’ van Geestman van A.H.J. Dautzenberg. Die binnenwereld, dat onderbewustzijn, bereikt de schrijver door de literatuur. Wat volgt is een hallucinante tocht door een vergeestelijkte wereld waarin hoofdpersoon ‘de man’ zijn demonen ontmoet. Alice in Wonderland voor volwassenen.

Het begint allemaal nog vrij onschuldig als de man een date heeft uitgenodigd in zijn huis. Al vanaf de eerste opmerking, ‘Gezellig hier,’ krijgt hij een enorme hekel aan haar woorden en oordelende blik en hij ontvlucht zijn eigen huis door het raam. Door in een waterplas te springen komt hij terecht in een andere, vergeestelijkte wereld waarin hij een blinde mol volgt. De man wordt onderweg opgehouden door zijn eigen seksuele fantasieën, die zich als obstakels op de weg manifesteren, maar als de mol zich een weg vreet door een enorme borst kunnen ze weer verder. Uiteindelijk, na een surrealistische tocht, komt de man aan bij wat zijn kern zal zijn, een vogeltje dat zijn dichterschap symboliseert.

Dautzenberg maakt experimentele literatuur die je nauwelijks meer ziet in de Nederlandse letteren. Hij is nooit een schrijver die de lezer wil behagen, maar juist iemand die de lezer ontregelt en op het verkeerde spoor wil zetten. Het eerste echte hoofdstuk heeft als titel ‘Drie’, waarna wordt teruggeteld en als hij in de andere wereld is, krijgen de hoofdstuktitel romeinse cijfers die wel in de goede volgorde staan, maar er zijn ook twee hoofdstukken met de titel ‘7. Een vreugdevolle bevrijding’ en een hoofdstuk met 26 beeldgedichten. Staat die hoeveelheid gedichten gelijk aan het aantal letters in een alfabet? Is de enige redding van de man zijn taal?

Net op het moment dat de man weer terugkeert in de werkelijkheid wordt dit verhaal onderbroken door een aantal dagboeknotities van de schrijver, zoals we die kennen uit zijn Privé-domeindeel Ik bestaat uit twee letters, waarin hij vertelt over zijn relatiebreuk. Dat stuk mondt weer uit in een toneeltekst en pas daarna zijn we weer terug bij het verhaal van de man die terugkeert uit zijn vergeestelijkte wereld en weer in zijn huis komt bij zijn date.

In Geestman laat Dautzenberg zien welke registers hij allemaal kan bespelen, maar ook wat hij belangrijk vindt en dat is toch de fictie. Of hij er veel lezers mee wint, is daarbij een irrelevante vraag. Bij Dautzenberg is schrijven een existentiële noodzaak.

Coen Peppelenbos

A.H.J. Dautzenberg – Geestman. Atlas Contact, Amsterdam. 200 blz. € 19,99.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 22 november 2019.