Poging om aan je situatie te ontkomen

De uitzichtlozen van Nicolas Mathieu is geen sprookje. Iedereen die begint aan de onderkant van de samenleving eindigt daar ook, en iedereen die ergens daarboven zweeft, blijft daar, maar moet daar flink voor zweten. Daarmee lijkt deze roman even realistisch als ontnuchterend, even grof als somber. De pleziertjes en dromen die je als lezer aan de personages gunt, worden steeds kleiner.

De lezer volgt in eerste instantie Anthony, een jongen die opgroeit onder de constante spanning dat zijn vader in woede uit zal barsten. De vader heeft, net als de moeder, de middelbare school niet afgemaakt en is erg jong gaan werken. In een verhaallijn lenen Anthony en zijn neef de motor van Anthony’s vader om naar een feest te gaan en de motor daar gestolen wordt. Vanaf dat moment leeft Anthony in een constante angst dat zijn vader erachter komt dat de motor mist.

De roman speelt zich af in vier zomers, en culmineert in 1998 wanneer Frankrijk wereldkampioen voetbal wordt. Anthony is steeds een paar jaar ouder, en zijn leven kan in grove streken al na de eerste pagina’s uitgetekend worden. In zekere zin is hij een voorbeeld van iemand die er wat van wil maken, maar niet echt vooruitkomt.

Is dit een kroniek van een periode (zoals in Le Monde wordt beweerd) of een ‘sociaal fresco’ (volgens Le Figaro Littéraire – zowel Le Monde als Le Figaro Littéraire staan op de achterflap geciteerd). Het is ook te lezen als een sociale aanklacht, als het geven van een stem aan sociaal onderdrukten in het rijke westen of als kritiek op mislukte integratie; de roman is rijk gevuld.

Er worden twee interessante schaduwverhalen verteld. Het eerste gaat over Steph, het meisje voor wie hij naar het feestje gaat, en wie hij altijd blijft houden, hoewel hij voor haar slechts een afleiding van tentamenstress is. Zij staat aan de andere kant van het spectrum: haar ouders zijn rijk en willen zich in het openbare leven manifesteren. Het is interessant om te lezen dat ze Steph vooral pushen om hard te werken – ze beloven haar een auto als ze cum laude de middelbare school afrondt. Om in de elite te blijven, moet je keihard werken en de beste willen zijn. Bovendien is ook binnen de elite weer een elite en merkt Steph op de universiteit dat ze in zekere zin ook aan de onderkant staat. Zij werkt zich te pletter, met alle problemen van dien.

Hacid stal de motor van Anthony’s vader. Zijn Marokkaanse vader is van de oude stempel en ranselt Hacid af. Hacid brengt de motor terug, maar wel terwijl de motor in brand staat. In zekere zin zijn Anthony en Hacid hetzelfde. Beiden hebben ze een vader die is teleurgesteld door het leven, beiden hebben ze geen rooskleurige toekomst voor zich. Hacid rook daar echter wel even aan door als drugshandelaar veel succes te hebben. Als hij daarvoor iemand echter kapot moet slaan, weet je dat het ook met hem niet goed af zal lopen. In een volgend hoofdstuk, twee jaar later is hij getrouwd en is hij vader geworden. De vaderrol valt hem zwaar, en hij koopt een motor, om af en toe te ontkomen aan zijn gezin. Dat is het precies, dat beeld: iedereen probeert voortdurend aan zijn situatie te ontkomen, zonder enig idee waarheen of waarvoor, zonder enige hoop dat het lukt, en toch doen ze het en toch hoop je als lezer dat ze iets bereiken. Daar ligt de kracht van deze roman: je hoopt het beste voor personages waarvan je weet dat ze toch nooit helemaal loskomen van hun situatie.

Erik-Jan Hummel

Nicolas Mathieu – De uitzichtlozen. Vertaald door Reintje Ghoos en Jan Pieter van der Sterre. Meulenhoff, Amsterdam. 415 blz. € 22,99.