Humor echter is ernst

De brandmeester van Godfried Bomans is een verzameling van verhalen en essays, gedundrukt samengebracht. In de korte stukken tekst valt het op dat ernst en humor zowel door elkaar heen lopen als hand in hand gaan. Soms vind je een serieus stuk geschreven over de volksaard van de Nederlander, dan lees je weer een volkomen absurdistisch verhaal. Vaker echter worden de humor en de ernst samengebracht. Iets volkomen absurds wordt dan serieus gepresenteerd en de personages nemen wat ze beweren en doen bloedserieus, terwijl de lezer loopt te gniffelen.

Eerlijk gezegd zijn sommige essays wat saai. De gedachte dat je in je eigen stad geen toerist bent, is aardig, maar inmiddels wel wat gedateerd. Dat een verre oom thuisblijft en via vrienden in het buitenland kaarten uit verre oorden naar familie stuurt is een stuk geestiger en leuker om te lezen. Een hoogtepunt is het korte verhaal De Computer redde mij. Graag citeer ik een stuk:

Mijn vader was geen voorstander van de thans in zwang zijnde gewoonte zich ik de kinderziel te verdiepen. Hij strafte. Voor slechte rapporten had hij een ijzeren staaf met koperen weerhaakjes. Ik verzeker u, dat kwam aan. (…) De Computer bracht hierin weinig verandering, met uitzondering van mij. Mijn vader gooide de rapporten er een voor een in en telkens kwam de mededeling uit het gleufje: ‘Lui.’ Mijn rapport was het laatste. Het apparaat deed er wat langer over en scheen te twijfelen. Ik zag zelfs tweemaal een blauw lichtje aanflitsen. Maar uiteindelijk viel ook mijn kaartje in het bakje. Het luidde: ‘De jongen doet wat hij kan, maar hij is dom.’ Nu, dat was een meevaller. Mijn vader legde de ijzeren staaf, die hij reeds in zijn hand hield, neer en las het kaartje verbaasd. ‘Nog eens proberen,’ sprak hij wrevelig.

Het is natuurlijk absurd dat een computer moet bepalen of kinderen toegetakeld gaan worden of niet. Toch geven alle details (‘koperen weerhaakjes,’ ‘blauw lichtje aanflitsen’ en hoe het gedrag van de vader wordt beschreven) het verhaal iets ernstigs, iets enigszins geloofwaardigs, of althans: de personages geloven in de gebeurtenissen. Het verband tussen humor en ernst komt ook terug in Schrijven is niets achterhouden, een fictief interview met Bomans zelf:

‘Ik vermoed dat u een tegenstelling ziet. Humor echter is ernst, doorgetrokken naar het absurde. Een geestige mededeling is in wezen altijd serieus.’

Zo is de brandmeester uit het titelverhaal ervan overtuigd dat een brand niet geblust moet worden. Dat op zich is niet zo geestig, zeer ernstig eigenlijk, maar als het maar ver genoeg doorgevoerd wordt, wordt het onweerstaanbaar grappig. Nog grappiger is het verhaal De kunst van het verkopen, dat wat traag op gang komt, tot het idee zich postvat dat winkelbediendes af en toe een klant mogen slaan om de onderdanige positie vol te kunnen houden. Droog en serieus merkt de verteller op: ‘De moeilijkheid is: waar ligt de grens? Waar eindigt het terrein van een gezonde bedrijfspolitiek en begint het gebied van de criminaliteit?’ Dit is ernst doorgetrokken naar het absurde, en verplichte kost voor alle grappenschrijvers.

Erik-Jan Hummel

Godfried Bomans – De brandmeester. Van Oorschot, Amsterdam. 280 blz. € 26,50.