Özcan Akyol heeft drukke weken voor de boeg, want naast tv-presentator is hij ook nog schrijver en dit jaar komt het Boekenweekessay uit zijn koker. Nick Muller interviewde hem voor HP/De Tijd over zijn culturele voorliefdes. Binnen de literatuur heeft hij nogal zijn voorkeuren. Liever schelmenromans van Céline en Lex Kroon. Van zijn generatiegenoten heeft Akyol geen hoge pet op. Philip Huff, Alma Mathijsen, Daan Heerma van Voss; Akyol laat ze links liggen.

Het is dertien-in-een-dozijnliteratuur: ze lijken allemaal op elkaar. Wat mij het meest stoort aan hen is dat zij boekenkennis belangrijker vinden dan levenservaring. Daan Heerma van Voss is daar een voorbeeld van. Hij heeft een omvangrijk oeuvre voor zijn leeftijd, hij weet precies hoe het in de literaire wereld werkt, maar zijn boeken halen in de praktijk geen kut uit. Ze worden nauwelijks gelezen. Ondertussen blaast hij zichzelf wel enorm op. Ik geloof dat hij zijn vierde roman al als zijn magnum opus bestempelde.

De schrijver heeft ook niets met het werk van Couperus en Multatuli al is hij de Max Havelaar wel voor de tweede keer aan het lezen in voorbereiding op de Boekenweek met het thema ‘Dwarse denkers’. Niet voor zijn plezier:

Het is misschien vloeken in de literaire kerk, maar het boek raakt me niet.

Lees het hele artikel hier (€).