Je moet niet al te intelligent zijn in het leven

In het kleine boekje Terug naar Birkenau vertelt Ginette Kolinka (via de pen van Marion Ruggieri) over haar ervaringen in Auschwitz-Birkenau. Het begint met het grootste trauma. Wanneer zij, haar neefje, haar vader en haar broertje van twaalf aankomen met de trein hebben ze de keus om verder te lopen naar het kamp of om mee te gaan met vrachtwagens. De bijna twintigjarige Ginette heeft kracht genoeg om te lopen, maar ze stuurt haar vader en broertje met de vrachtwagen. Als ze zelf in het kamp is aangekomen, andere kleren heeft moeten aantrekken en kaalgeschoren is, vraagt ze aan andere vrouwen waar haar vader en broertje gebleven zijn. Het antwoord:

‘Zie je die rook daarbuiten? Daar zijn ze! Dat zijn hun lichamen, jullie familieleden, ze worden verbrand.’

In Terug naar Birkenau kom je niet veel nieuws tegen. De ontberingen, de ontmenselijking, de gruwelijkheden ken je uit andere boeken en documentaires. En toch is elke getuigenis van een overlevende extreem waardevol, vooral in een tijd waarin Holocaust-ontkenners in getal toenemen. Kolinka is pas heel laat gaan vertellen over de oorlog. Toen zij terug kwam bij haar moeder en zussen in Frankrijk moest ze opnieuw leren leven. Ze trouwt in 1952.

Albert kende mijn geschiedenis niet en ik kende de zijne niet. Ik wist alleen dat hij vijf jaar gevangen had gezeten, arme man, vijf jaar van zijn jeugd. […] Ik heb geluk gehad dat ik ben teruggekomen en algauw weer een normaal leven heb opgepakt, en dat ik heel gelukkig ben geworden. Je moet niet al te intelligent zijn in het leven. Als je te intelligent bent, als te te veel nadenkt… Ik denk niet na, het komt zoals het komt, daar heb ik geen invloed op.

Pas als Steven Spielberg een project opzet waarbij zo veel mogelijk overlevenden van de Holocaust hun verhaal op film vastgelegd zien, begint Kolinka te praten. Daarna gaat ze mee met georganiseerde reizen voor leerlingen naar het kamp. Wat ze na vijfenvijftig jaar aantreft, komt niet overeen met haar herinneringen: ‘Ik heb nog de stank, de smerigheid, de krioelende mensenmassa in mijn hoofd.’ Het enige wat ze tegenover de leegte kan zetten die leerlingen nu zien zijn haar verhalen. Of die altijd aankomen, is de vraag.

Ze vragen nooit: ‘Wat at u daar?’
Wat vragen ze? ‘Hebt u Hitler gezien?’

Terug naar Birkenau vertelt in kort bestek een enorm verhaal. Er is veel wat je als lezer moet invullen en wat even aangeraakt wordt in een paar woorden, zoals die uitspraak hierboven. Maar die paar woorden zijn op zich al pijnlijk genoeg.

Coen Peppelenbos

Ginette Kolinka (met Marion Ruggieri) – Terug naar Birkenau. Vertaald door Eef Gratama. De Arbeiderspers, Amsterdam. 96 blz. €