Vorig jaar kocht ik een nieuwe – tweedehands – auto. Een parelmoerkleurige slee met zoveel foefjes dat er om de haverklap gekut mee was. Weekendjes gingen niet door vanwege een dooie accu, een spiegel die niet meer uitklapte, een deur die niet meer op slot wilde, cd’s die blijven hangen, en de motor waar de hele tijd meer olie bij moet. Het leek wel wat in het begin, een luxueuze bolide met succesuitstraling. Maar dat is over. Ik wil een simpele kutauto.