In de broeikast van The South

The South, het zuiden, is in Amerika veel meer dan een geografische aanduiding. The South, dat zijn de staten waar slavernij was en racisme is en waar – in de ogen van het puriteinse noorden – de hogere klassen gecorrumpeerd zijn en de armen even onontwikkeld als hun zeden achterlijk. Nog steeds circuleren in het noorden moppen als: wanneer wordt in het Zuiden een jong meisje zwanger? Als haar broers harder kunnen lopen dan zij.

Het is dat Zuiden, maar dan niet geridiculiseerd, dat wordt gethematiseerd en geportretteerd in de Amerikaanse literaire stroming van het Southern Realism. Een van de belangrijkste exponenten daarvan is Carson McCullers (1917 – 1967), die al op haar drieëntwintigste zeer succesvol debuteerde met Het hart is een eenzame jager. Bij Athenaeum – Polak & Van Gennep is nu een vertaling verschenen van een latere roman van McCullers, Gespiegeld in een gouden oog.

De handeling van deze korte roman is gesitueerd in een barakkenkamp van het leger, ergens in het Zuiden. De officieren en hun vrouwen bestrijden de intense verveling met borrelpartijtjes en paardrijden, de soldaten met drinken, gokken en af en toe een vechtpartij. Maar onder het rimpelloze oppervlak van sleur, verveling en indolentie broeit het.

Majoor Langdon bevredigt de seksuele verlangens van Leonora, de sensuele echtgenote van kapitein Penderton. Die dat weet, maar geen herrie schopt omdat het hem van huwelijkse plichten ontslaat waar hij niet kan voldoen én omdat hij er zijn eigen seksuele fantasieën mee voedt. Soldaat Elgee Williams, eigenlijk L.G. geheten, naar een gewoonte onder arme zuiderlingen om hun kinderen slechts initialen als voornaam te geven, verzorgt het paard van Leonora en mag het soms berijden. Williams is een eenling, die van vrouwen afblijft omdat hem geleerd is dat zij een opening bezitten die, zouden zij er binnengaan, mannen besmet met gruwelijke ziekten. McCullers laat doorschemeren dat zijn berijden van Leonora’s paard in meer dan één betekenis kan worden begrepen. En dan is er nog mevrouw Langdon, een ziekelijke vrouw, die zich geheel verlaat op haar androgyne bediende.

Dubbel toeval laat wat broeit ontbranden: kapitein Penderton ziet de zich onbespied wanende, zonnende Williams in zijn volle naaktheid en raakt volkomen door hem geobsedeerd, terwijl Williams hetzelfde overkomt als hij Leonora naakt voor haar slaapkamerraam ziet verschijnen.

Gespiegeld in een gouden oog verscheen in 1950 met een inleiding in de vorm van een lofzang van Tennessee Williams. Zou hij die hebben afgestoken bij Het hart is een eenzame jager, dan kun je alleen maar zeggen: volkomen terecht. Gespiegeld in een gouden oog is een goede roman, maar McCullers wist er niet het niveau van haar debuut mee te evenaren.

Hans van der Heijde

Carson McCullers – Gespiegeld in een gouden oog. Inleiding van Tennessee Williams. Vertaald door Molly van Gelder. Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam 144 blz. € 18,99.