Twee minnaars, drie steden en twee aanslagen

De aanslag in Sarajevo is een roman uit Georges Perecs nalatenschap. Het was de eerste roman die Perec (1936-1982) schreef. Het manuscript werd door twee uitgevers geweigerd en verdween. Pas na de dood van de Franse schrijver dook het weer op. In 2016 werd het boek, dat over liefde, jaloezie en intenties gaat, voor het eerst in Frankrijk uitgegeven.

De aanslag in Sarajevo is een buitenbeentje in Perecs oeuvre dat wordt gekenmerkt door literaire experimenten zoals het weglaten van de letter ‘e’ in zijn roman ’t Manco (1969). In 1972 verscheen Les Reverentes, een roman waarin de ‘e’ juist de enige klinker is. Tips en wenken voor wie zijn afdelingschef om opslag wil vragen bevat geen leestekens, maar wel een stroomschema met pijltjes.

Volgens Claude Burgelin, een goede vriend van Perec en de bezorger van zijn postume debuut, is De aanslag in Sarajevo een combinatie van een autobiografische en historische roman. De ik-figuur verkeert in een driehoeksverhouding met Mila uit Belgrado en Branko, een getrouwde docent kunstgeschiedenis uit Sarajevo, die in Parijs begint. De ik-figuur lijkt op de jonge Perec die verliefd was op Milka, die een relatie had met de kunsthistoricus Žarko. Perec verbindt het liefdesverhaal uit de jaren vijftig van de vorige eeuw met de moord op Frans Ferdinand van Oostenrijk in 1914. Hij laat beide verhaallijnen naar elkaar toe groeien.

Na zijn eerste ontmoeting met Branko besluit de hoofdpersoon om moedwillig van diens maîtresse Mila te gaan houden, die hij dan alleen nog maar van foto’s kent. De eerste echte ontmoeting valt tegen. Mila blijkt geen verpletterende schoonheid te zijn, maar een ‘buitengewoon eenvoudige vrouw’. Eén voordeel heeft ze: ze lijkt niet van Branko te houden en is daarmee bereikbaar voor de hoofdpersoon. Wat Mila zelf wil, komt niet ter sprake. Dat doet ook niet ter zake, want de hoofdpersoon probeert haar op te sluiten in zijn eigen omschrijving.

Als Mila terug is in Belgrado, reist de hoofdpersoon haar achterna. Ze lopen elkaar mis en de ik-figuur wijzigt het doel van zijn reis. Als ze elkaar na vier dagen toch ontmoeten, vertelt Mila dat ze de voorkeur aan Branko geeft. Op het moment dat Branko vanuit Sarajevo in Belgrado aankomt, gaat het verhaal verder met het proces tegen de verdachten van de aanslag op aartshertog Frans Ferdinand. De verteller wil ‘deze aanslag zijn werkelijke betekenis teruggeven’. Volgens de hoofdpersoon is de aanslag die tot de Eerste Wereldoorlog leidde, ‘een van de zeldzame momenten waarop de Geschiedenis overeenkomsten vertoont met een heldenepos’. Volgens het voorwoord van Burgelin en de noten achterin baseerde Perec zijn alternatieve lezing van de aanslag door Gavrilo Princip, Trifko Grabež en Nedeljko Čabrinović op het boek Un drame historique. L’Attentat de Sarajevo (1929) van Albert Mousset.

De protagonist weet Mila uiteindelijk te veroveren in Belgrado – Branko is inmiddels terug in Sarajevo – en is bijna twee weken lang gelukkig met haar. Op het moment dat hij het verhaal vertelt, kan hij zich zijn gevoelens nauwelijks meer herinneren.

Is het denkbaar dat mijn gevoelens, naarmate ik me deze voorbije tijden voor de geest haal, steeds meer vervliegen? Ik moet aan een bandrecorder denken die, wanneer je de band opnieuw gebruikt, de opgenomen woorden automatisch wist.

Branko kan hij zich wel goed herinneren. In de passages over de herinneringen aan Mila en Branko, die vooraf gaan aan de cruciale gebeurtenis in de roman, speelt de alwetende ik-verteller met de capaciteiten van het geheugen en de verwachtingen van de lezer. De hoofdpersoon reist op uitnodiging van Branko naar Sarajevo voor een goed gesprek en een eventuele verzoening. Bij de eerste ontmoeting loopt het al mis en na wat muizenissen over mogelijke toekomstscenario’s met Mila ‘begonnen er langzaam maar zeker boosaardige, heel boosaardige dingen in mijn brein binnen te dringen.’

Net als Gavrilo Princip, die ook van Belgrado naar Sarajevo reisde, plant de verteller een aanslag. Hij is zeer in zijn nopjes met zijn voornemen, dat hij helemaal uitdenkt tot hij ‘onwrikbaar onweerlegbaar’ is en waarin Anna, Branko’s vrouw, ook een belangrijke rol krijgt toebedeeld.

En toen was ik werkelijk perfect, was ik subliem. Zozeer dat ik me nu nog afvraag of ik mijn geluk niet in een demagogische carrière zou moeten beproeven. Mijn handigheid was duivels.

Voor de lezer die nog nooit iets van Perec heeft gelezen is De aanslag in Sarajevo een prima instaproman, die smaakt naar meer. Liefhebbers van Perec die zijn eersteling uit nieuwsgierigheid willen lezen, zullen niet teleurgesteld worden.

Marie-José Klaver

Georges Perec – De aanslag in Sarajevo. Bezorgd en ingeleid door Claude Burgelin. Uit het Frans vertaald door Edu Borger. De Arbeiderspers, Amsterdam. 172 blz. € 19,99.