Bedreigd natuurschoon

Er zijn dagen waarop het schrijven niet op gang wil komen en weken waarin ik het te druk heb om geconcentreerd aan een roman te werken. Om op zulke momenten de pols soepel te houden maak ik aantekeningen over de natuur om me heen. Soms levert dat een regel op, soms enkele alinea’s, soms een vervolgverhaal dat langer dan een seizoen meegaat.

In de inleiding van Berichten uit de vallei, een tweede ‘natuurlogboek’ na zijn Andalusisch logboek, geeft de naar Zuid-Spanje uitgeweken Vlaamse schrijver Stefan Brijs de indruk dat hij zijn gebundelde aantekeningen als een soort vingeroefeningen beschouwt, als opwarmertjes voor het echte werk. Eigenlijk is dat een beetje jammer. Waarom moet de roman toch steevast worden beschouwd als het nec plus ultra van de literatuur, terwijl veel auteurs toch meer in hun element zijn als ze andere genres beoefenen, zoals poëzie, korte verhalen of essays? Laat ze dat keurslijf toch afleggen.

Brijs’ Andalusisch logboek had al een zeker succes, en wie daarvan hield, zal zeker niet bedrogen uitkomen met Berichten uit de vallei. Het is een beproefd recept, maar het werkt wel: Brijs’ aanstekelijke enthousiasme en oprechte verwondering over het natuurschoon in het binnenland van de provincie Málaga (met een kort uitstapje naar het nog dunner bevolkte Extremadura) is rustgevende, aangename lectuur, zelfs voor een stedeling als ondergetekende die nog geen mus van een zwaluw kan onderscheiden. Er staat geen hinderlijke plot in de weg, er is geen sprake van egocentrisch zelfmedelijden, pretentieuze aanstellerij of moraliserend gezeur, kortom, Brijs’ proza is een verademing voor wie zijn gading niet vindt in het toonaangevende literaire klimaat.

En toch is dit geen idylle. Zonder een belerende toon aan te slaan, wijst hij op de onherroepelijke teloorgang van het natuurschoon in de omgeving van zijn ‘schrijfhut’: graafmachines en bulldozers vernielen ongerepte plekjes voor de zoveelste avocado- of mangoplantage, gewassen die bovendien bijzonder veel water nodig hebben. Het resultaat is duidelijk zichtbaar: het waterpeil van het naburige stuwmeer zakt elk jaar meer. Het is slechts een kwestie van tijd voordat het ooit droog zal komen te staan. Maar niets houdt de waanzinnige logica van de ‘economische groei’ tegen:

Toen ik gisteren de schade van dichtbij ging opnemen stelde ik tot mijn afgrijzen vast dat er de voorbije winter aan die kant nog meer bergflanken waren kaalgeslagen, telkens ettelijke voetbalvelden groot. De prijs per kilo avocado is vandaag de dag zo hoog dat boeren zelfs olijfbomen, soms eeuwenoude, met wortel en al door graafmachines laten uitrukken om in de plaats avocadobomen te kunnen planten.

En ook de klimaatverandering en toenemende droogte komt ter sprake, soms met niet meer dan een korte vermelding van het aantal dagen zonder regen. Toch zijn er altijd lichtpuntjes, tekenen van hoop, bijvoorbeeld wanneer Brijs bij een bezoek aan de Laguna de Fuente de Piedra een stuk of wat wilde flamingo’s van dichtbij ziet:

Tot er opeens, vanuit het oosten, vier exemplaren in mijn richting kwamen gevlogen, schuin achter elkaar, alle vier de hals gestrekt naar voren, de poten gestrekt naar achteren, dun als de lijnen van een notenbalk.

Dit is nu wel een boek waarin hier en daar wat foto’s niet hadden misstaan – al is een afbeelding van pakweg een bijeneter snel online gevonden – en het valt ook op dat Brijs in vergelijking met zijn Andalusisch logboek deze keer niet veel aandacht besteedt aan kunst, met uitzondering van die enkele keer dat Zurbarán nog eens voorbijflitst. Maar juist het gebrek aan ‘structuur’ in dit boek en de zuivere esthetiek van de natuur, die is en moet kunnen blijven zoals ze is, zonder verdere bijbedoelingen, doet deugd. ‘Alles moet tegenwoordig een doel hebben. Alles moet belevenis zijn,’ verzucht Brijs ergens, en laat dit boek nu net een overtuigende aanklacht tegen dat waanidee zijn.

Daan Pieters

Stefan Brijs – Berichten uit de vallei. Natuurlogboek. Atlas Contact, Amsterdam. 192 blz. € 21,99.

(foto boven via Facebookpagina van de auteur)