Zwaar werk in de ginsengteelt

Ergens voelt het alsof een auteur, als die eenmaal het succes van een bestseller heeft meegemaakt, daarna altijd schaduwrijke boeken blijft maken. Zijn oeuvre zal immers worden opgehangen aan dat ene grote werk en de rest zal steeds worden vergeleken. De Amerikaanse stripmaker Craig Thompson (1975) overkwam het: in 2003 verraste hij de wereld met het mooie Blankets dat in het Nederlands verscheen als Een deken van sneeuw. Het verhaal over zijn streng-gelovige jeugd bracht lezers wereldwijd in vervoering. Het is een van de weinige strips die bijna standaard in het assortiment van een serieuze boekhandel te vinden is. Amper 28 en dan al zo gevierd, dat is weinig stripmakers gegeven.

Een jaar na zijn succes verscheen het reisverslag Carnet de Voyage en het duurde tot 2011 voor er weer een serieus, omvangrijk werk verscheen. Dat was Habibi, een verhaal dat speelt in het Midden-Oosten en gebaseerd is op oude fabels van daar. Vier jaar later gooide hij het over een andere boeg met het weinig pretentieuze Ruimtekruimels, een kinderstrip dat verhalend en illustratief achterbleef bij waartoe Thompson is staat is. Alles leuk en aardig, maar Craig Thompson bleef die ene van Blankets. Dat verander je niet zomaar.

En ineens was er vorig jaar het eerste deel van Ginseng Roots. Het is net als Blankets een autobiografisch verhaal, deze keer over de streek waar Thompson opgroeide en waar ongeveer de gehele wereldproductie van de ginsengwortel vandaan kwam: Marathon, Wisconsin, waar de samenstelling van de aarde zo gunstig was voor het gewas dat de Chinezen de oogsten op bestelling inkochten. Hoe dat gebeurde doet Thompson uitgebreid uit de doeken, het verhaal kent veel lagen.

In eerste instantie leren we Craig en zijn broertje Phil kennen; twee jongens uit een streng gelovig gezin van born again Christians, dat maatschappelijk gezien onder aan de ladder bungelt. Om geld te verdienen helpen ze de lokale ginsengboeren met het wieden van onkruid. Ze verdienen een dollar per uur, wat als goud aanvoelt voor de jongens want van dat geld kopen ze comics. Veel comics. Als ze later voor drie dollar per uur stenen gaan rapen – die van het land moeten om te voorkomen dat die de machines beschadigen – is het hek helemaal van de dam: de comics komen met dozen tegelijk huize-Thompson binnen. Het broertjesgedeelte van Ginseng Roots is vertederend en maakt inzichtelijk hoe hard hun leven was. Andere kinderen haalden hun neus op voor het zware werk.

Het verhaal is opgehangen aan de herinneringen van Craig en Phil. In de strip gaan ze als volwassen mannen op bezoek bij de boeren die ze als kind leerde kennen. Ze spreken over het werk, de economie en hoe de wortelproductie steeds verder afnam. In deze verhalende laag neemt Thompson de lezer mee in de dynamiek van de streek, en hoe de ginsengteelt sommige landbouwers schatrijk maakten.

Thompson neemt daarnaast ook uitgebreid de tijd en ruimte om een historisch kader te schetsen. Deel 5 uit de comicreeks is bijna in zijn geheel een geschiedkundige verhandeling, net als een flink gedeelte van deel 3. Deze encyclopedische passages zijn wat afstandelijker en hebben een hoge informatiedichtheid: Thompson lijkt geen detail te willen overslaan. Op zich prima, maar omdat Ginseng Roots als losse comics wordt gepubliceerd, waar tussentijd overheen gaat, mis je het jeugdige elan van Craig en Phil in die delen.

Dat Thompson ervoor koos om het verhaal op te delen in een serie van twaalf comics, deed aanvankelijk wat wenkbrauwen fronsen. Het is ongemakkelijk en niet van nu: de lezer moet de hele tijd naar de winkel voor een nieuw deeltje en van bingelezen (of zelfs gewoon lekker doorlezen) is geen sprake. En als we alles bij elkaar optellen kost het de liefhebber meer dan zeventig dollar – om over de onvoordelige dollar-euro-conversie nog maar te zwijgen. Daarbij komt dat de pagina’s zo mooi zijn opgemaakt en uitgevoerd, met zoveel oog voor detail, dat het geringe comicformaat bijna afbreuk doet aan de genietmate.

Anderzijds, de boekjes zijn stuk voor stuk kleine kunstwerkjes, met mooie schutbladen en toffe extraatjes achterin. Plus: twaalf mooie omslagen zijn er meer dan één. Of er een complete versie gaat verschijnen is nog niet duidelijk: al een tijdje circuleert er op Amazon een plaatje van een ‘deel 1’ maar verdere informatie ontbreekt, ook bij de uitgever die zich over een bundeling in stilzwijgen hult. Bovendien zijn de losse delen hier goed verkrijgbaar, de stripspeciaalzaak en ontwikkelde boekhandel: geen zorg dat er iets gemist hoeft te worden. De uitgever biedt zelfs een abonnementenservice, ook voor overzeese lezers, mét een bewaarbox als extra stimulans.

In de schaduw van het grootse Blankets ontstaat hier stukje bij beetje een verhaal dat een soortgelijke impact kan hebben – moet krijgen, liever nog. Ginseng Roots is meeslepend, machtig interessant en heeft nu al de uitstraling van een nieuw hoogtepunt in het werk van Thompson. Waar het in ieder geval met kop en schouders boven Blankets uitsteekt is in de perfecte, speelse pagina-opmaak en het vloeiende en ingenieuze van de vertelling. Eigenlijk is Ginseng Roots al op veel vlakken verder uitontwikkeld, wat logisch is. Iedere tekenaar leert bij in zeventien jaar tijd.

En nu gebeurt wat er altijd gebeurt: toch die vergelijking, toch op zoek naar het licht van het grote werk. Boeken staan op zichzelf, ook moderne klassiekers als Blankets én Ginseng Roots, al duurt het nog even voordat we die laatste op dat voetstuk kunnen plaatsen.

Stefan Nieuwenhuis

Craig Thompson – Ginseng Roots. Uncivilized Books. 12 delen à 32 blz. $ 5.00, vanaf deel 3 $
6.00.