Verwarrend spel met de letter M

Iets is tegenwoordig nogal gauw ‘meeslepend’. Nu weer de prozacyclus Modern geheugenlexicon waarvan schrijver Atte Jongstra onlangs ‘de derde stap’ heeft gebaard. Atte Jongstra is overigens niet zomaar een schrijver, maar ‘een buitengewoon geestige, kleurrijke en welsprekende geheugenkunstenaar’. Om daar achter te komen hoef je alleen maar de tekst op de achterflap van die ‘derde stap’, de lijvige roman Het huis M., te lezen, want daar staat het allemaal in. Ook dat het gaat om een boek van ‘een adembenemende spanning’. Lezen is een enerverende bezigheid vandaag de dag.

Laatst las ik al een roman die ‘zenuwslopend’ was, en nu dan de ‘derde stap’ in wat ‘een nu al meeslepende prozacyclus’ heet. Goeiedag!

Werd de blurb soms door een copywriter geschreven? Of gewoon door de schrijver zelf, zoals te doen gebruikelijk? Wat moeten we trouwens met een prozacyclus? Sinds Adri van der Heijden aan de inmiddels tot een romancyclus uitgedijde trilogie De tandeloze tijd werkt, is de cyclus bezig aan een duidelijke opmars in de Nederlandse letteren. Oscar van den Boogaard schrijft romans in serie, en dus ook Atte Jongstra. Zij het dat tot zijn cyclus ook een verhalenbundel behoort: het in 1992 verschenen derde deel Cicerone. De in ’91 gepubliceerde roman Groente — ook al een vrij eigenaardig boek — blijkt nu deel 7 van de onderhavige prozacyclus Modern geheugenlexicon te zijn. Van Het huis M. is onbekend op welke plek het in de serie past; we weten niet meer dan dat het ‘de derde stap’ is. Niettemin laat het boek zich als een op zichzelf staand geheel lezen.

Murk betrekt het huis M. dat is gelegen tussen het stadje N. en de provincieplaats L. Dat klopt ook alfabetisch gezien. Het huis ligt op de rand van een bergketen en een laagvlakte en het is gebouwd in de vorm van een M. Een plattegrondje op bladzijde 15 laat zien dat de schrijver ons niet zomaar iets op de mouw spelt. In dat huis gebeuren geheimzinnige dingen. Ramen staan open, zijn dan weer gesloten. In een van de vele ongebruikte kamers vindt Murk op een goede dag het lijk van een vrouw. Het lichaam is gruwelijk toegetakeld en het moet er, gelet op de ‘overmaat aan adellijkheid’ waarmee de lucht is bezwangerd, al geruime tijd hebben gelegen.

Het spannende, adembenemende zo u wilt, van het verhaal is dat Murk van M. moet bewijzen dat hij onschuldig is. Dat is moeilijk omdat hij in eerste instantie bekent. Het is het begin van een uitermate verwarrende geschiedenis die in korte hoofdstukken (115 in totaal) wordt verteld. Hoofdstukken die op hun beurt weer zijn onderverdeeld in korte fragmenten, die nooit meer dan enkele alinea’s beslaan. De vaart wil er op die manier maar niet in komen.

Het is allemaal nogal nadrukkelijk literair, compleet met een spel met de letter M (de appendix biedt tien bladzijden met woorden en namen die met die ideaalste aller chocoladeletters beginnen), verandering van perspectief en vrij geassocieer. Misschien (om ook eens een zin met een M te beginnen) moeten we wachten op de volgende stap in de prozacyclus van Atte Jongstra. Misschien zelfs op voltooiing ervan, voordat ons des schrijvers diepere bedoelingen worden geopenbaard. Maar hoe lang gaat dat duren? Er moeten in totaal minstens zeven delen komen en er zijn er drie verschenen. De vraag is dus: haalt Jongstra’s cyclus het jaar MM?

Frank van Dijl

Atte Jongstra – Het huis M. Memoires van een spreker. Contact.

Recensie uit Algemeen Dagblad, 9 december 1993.