Tachtig jaar Bommel opgesnord en gerangschikt

Geen enkel aspect van de vaderlandse strip is zo nauwkeurig, grondig en vooral compleet gedocumenteerd als het werk van Marten Toonder en dan vooral dat rond de avonturen van Bommel en Tom Poes. De Bommelsaga, zoals de complete verzameling verhalen wordt genoemd die onder supervisie van Marten Toonder tussen 1941 en ’86 verscheen, bestaat uit 177 tekststrips. Wie de witte reeks met daarin alle verhalen naast elkaar zet, komt op een mooi aantal decimeters uit.

Maar daar is het in die jaren niet bij gebleven: naast het werk zelf verscheen er een niet aflatende stroom boeken over de strip, in al zijn facetten. Deze stapel secundaire werken steekt qua centimeters de strip zelf naar de kroon: nog ieder jaar publiceren onderzoekers, journalisten, verzamelaars, vertalers en afficionado’s boeken en artikelen over Toonder, Tom Poes en Bommel.

Onlangs werden er weer drie centimeters noest onderzoekswerk aan de secundaire bibliotheek toegevoegd: van Toonder-kenners Klaas Driebergen en Hugo Klooster verscheen de Bommel Literatuurgids. Dit fraai bezorgde werk biedt een overzicht van de grote hoeveelheid boeken en artikelen die er in een periode van tachtig jaar zijn verschenen over het Bommel-oeuvre van Marten Toonder. Het onderschrift op het voorplat, in de kleuren van Bommels jasje, luidt ‘een overzicht van tachtig jaar Bommelstudie’.

De auteurs spreken zelf van de eerste secundaire Toonderbibliografie. Zij rangschikten in het boek meer dan 3500 publicaties over de Bommelstrip, die verschenen van 1941 tot nu. Vijf uitgebreide indexen wijzen de lezer de weg in al deze literatuur. Indrukwekkend, maar tegelijkertijd nadrukkelijk geen leesboek: alle publicaties worden genoemd en per jaar gerangschikt, maar staan er zelf niet in. Logisch misschien, maar toch gemeld: wie zoveel artikelen wil publiceren heeft meer nodig dan de toch al forse 320 pagina’s*.

Een echt naslagwerk dus, en dat beseften de beide samenstellers ook. Daarom is er het een en ander aan het boek toegevoegd: een uitgebreid voorwoord van voormalig Bommel-uitgever en stripcollectionneur Hans Matla, die zijn zinnen breidt in de stijl van Toonder, en een inleiding van de samenstellers zelf. De pagina’s van het literatuuroverzicht worden verluchtigd met Bommelillustraties en citaten van Marten Toonder.

Hoewel de makers er alles aan hebben gedaan om het zo lezenswaardig mogelijk te maken, is het geen boek dat de lezer van A tot Z gaat zitten doorvlooien. Daar is de chronologische literatuurlijst uiteindelijk te droog voor – en niet als zodanig bedoeld, vooral. Toch zit er een onvermoed vrolijk overzicht in: de index van figuren. Daarin staan alle ooit vermelde figuren uit de Bommelstrip op alfabetische volgorde gezet, van Argus tot Zwarte Zwadderneel.

Voor de gemiddelde lezer, of zelfs de Bommelfan van weleer, is dit misschien een stap te ver. De Bommel Literatuurgids lijkt vooral een uitkomst voor onderzoekers, verzamelaars en de echte die-hard fanaat. Dat kan goed, maar vergis je niet in de omvang van deze fanatieke club. De Marten Toonder Verzamelaars Club, uitgever van het driemaandelijkse Toondertijd, heeft meer dan 4000 leden. Er verschijnen nog steeds – en aan de lopende band – luxe verzamelaarsedities, losse albums en overzichtswerken van en rond het werk van Toonder én er zijn vergevorderde plannen om in Groenlo een heuse Bommelwereld te bouwen: een museum annex pretpark in de beste Toonder-traditie, compleet met kasteel Bommelstein.

Reken er maar op dat er over tien jaar een addendum bij de Bommel Literatuurgids verschijnt. Het is zeker niet zo dat er met deze complete publicatie iets is afgesloten: Bommel blijft nog wel een tijdje – vooral omdat hij nooit is weggeweest.

Stefan Nieuwenhuis

Klaas Driebergen en Hugo Klooster – Bommel Literatuurgids. Uitgeverij Klaas Driebergen. 320 blz., hardcover. € 19,99.

* Makkelijk praten: nu alle publicaties zo handig bij elkaar staan, is het wellicht een idee om deze online beschikbaar te maken, voor iedereen om te lezen. Dat zou een geweldig project zijn, in omvang én relevantie.