‘Intellectuele jeuk, alsof mijn ziel de waterpokken heeft’

In 1990 verscheen Het boek der rusteloosheid van Fernando Pessoa, in de periode erna heb ik er veelvuldig in gebladerd en gelezen. Ik laafde me als het ware aan de rusteloze melancholie van deze Portugese schrijver. Het was een soort bijbel vol ideeën, gedachtes en observaties waar je even op kon kauwen en over na kon denken. Er staan potloodstreepjes in de kantlijn, er zitten briefjes tussen bladzijden met mooie passages. Zo af en toe zijn er van dat soort boeken, die lees je niet in een keer uit, maar die zwerven met je mee door het huis zodat je er op ieder moment even in kan verdwijnen.

Kroniek van een leven dat voorbijgaat is vergelijkbaar met Het boek der rusteloosheid. Een aanvulling of vervolg erop, of ‘het kleine broertje van’ zoals samensteller en vertaler Michaël Stoker aangeeft. In het verhelderende nawoord vertelt hij over de kist van Pessoa, die na zijn dood werd ontdekt vol niet eerder gepubliceerde ‘gedichten, essays, dagboeknotities en aanzetten tot verhalen’. Een schatkamer waar nog jaren uit geput zou kunnen worden. Stoker was bij de veiling van de magische kist, die voor 50.000 euro in handen kwam van een verzamelaar. Gelukkig een Portugees.

Pessoa staat bekend om zijn heteroniemen, afsplitsingen van zijn ik die niet zomaar een andere naam hebben, maar die hij ook werkelijk als een ander personage zag, met een eigen biografie en een eigen schrijfstijl. ‘In plaats van toneelstukken verdeeld in akten, schrijf ik toneelstukken verdeeld in zielen. Daar komt dit ogenschijnlijke complexe fenomeen heel simpel gezegd op neer.’ De dichter Ricardo Reis is een van zijn alter ego’s. ‘Doctor Ricardo Reis werd op 28 januari 1914 rond 11 uur ’s avonds in mijn geest geboren.’

Michaël Stoker kwam er tijdens zijn promotieonderzoek achter dat Het boek der rusteloosheid verschillende edities kent die steeds van dikte verschilden, ieder met een eigen volgorde van de fragmenten en met andere transcripties. Bovendien hoorde volgens hem een groot deel van de teksten, ongeveer 200, er helemaal niet in thuis. ‘Er was geen enkele indicatie dat Pessoa deze teksten bestemd had voor het boek.’ Die teksten (dagboeknotities, flarden van dromen, observaties) die niet in de Nederlandse edities zijn opgenomen, vormen de basis van Kroniek van een leven dat voorbijgaat en werden aangevuld met andere autobiografische teksten uit de ‘kist’.

De fragmenten, genummerd van 1 t/m 413  gaan over zijn angst om gek te worden, zijn ideeën over kunst en literatuur, het spanningsveld tussen zichzelf en zijn heteroniemen, reflecties op zijn eigen bestaan, kortom, thema’s en onderwerpen die ook al in Het boek der rusteloosheid voorkomen.

82 De mens weet niet meer dan de andere dieren; hij weet minder. Zij weten precies wat ze moeten weten. Wij niet.

Soms zijn het dergelijke intrigerende aforismen, het onthouden waard, dan weer een langere autobiografische reflectie, zoals fragment 174 waarin hij aangeeft visueel te zijn ingesteld, zelfs wanneer het gaat om op een stem of een geur, dan nog kan hij niet ‘voorkomen dat aan de horizon van mijn geest eerst een beeld opdoemt van de veroorzaker van de geur of de persoon die bij de stem hoort.’ Vervolgens vraagt hij zich of hij niet op een dwaalspoor wordt gebracht door te denken dat hij alles visualiseert. Maar omdat hij zichzelf bewust als visueel mens ziet, is dat bewijs genoeg dat het ook zo is.

Dat hij niet alleen maar serieus en diepzinnig was, maar ook humoristisch, blijkt uit een brief aan zijn moeder. Hij schrijft haar in 1923: ‘Ik verkeer in goede gezondheid en mijn gemoedstoestand is de laatste tijd ook op wonderbaarlijke wijze vooruitgegaan. Maar evenzogoed word ik gekweld door een onbestemde rusteloosheid, iets wat ik alleen maar kan omschrijven als intellectuele jeuk, alsof mijn ziel de waterpokken heeft.’

Toch overheerst de rusteloosheid, net het als het zich gekweld voelen, het lijden aan het leven en de wereld. Ook paradoxaal zijn hoort bij zijn twijfel, bij zijn zoektocht. De ene keer beroept hij zich op de wetenschap, dan weer schrijft hij: ‘Ik geloof natuurlijk niet dat feiten bestaan.’ Actueler kan bijna niet.

Kroniek van een leven dat voorbijgaat geeft een fragmentarisch beeld van Pessoa’s leven en gedachtegoed, waardoor de lezer hem van verschillende kanten beziet, net zoals de heteroniemen verschillende kanten van Pessoa vertegenwoordigen. Een geleefd leven met alle gedachtes en ideeën kan nooit volledig beschreven worden, maar deze boeiende kroniek maakte de grote schrijver weer iets completer. Hopelijk volgt er meer, maar dat is afwachten. Om met het laatste fragment te eindigen, de zin die hij een dag voor zijn overlijden op 30 november schreef: ‘Ik weet niet wat de dag van morgen me brengt.’

Arjen van Meijgaard

Fernando Pessoa – Kroniek van een leven dat voorbijgaat. Vertaald en van een nawoord voorzien door Michaël Stoker. Van Oorschot, Amsterdam. 352 blz. € 24,50.