Niemand die voor elkaar kiest

De vroegoude student Toon, wiens ‘bolronde hoofd [opdook] uit een geweldige hoeveelheid spierwit haar, dat even weelderig onder zijn kin als boven op zijn hoofd groeide’, heeft niet veel op met romanschrijvers. Die rommelen maar wat met de tijdschaal.

Het ene moment beschrijven ze iets wat twee minuten duurt, daarbij de tijdschaal dus krankzinnig oprekkend, in vijf bladzijden en het volgende moment noteren ze, daarbij de tijdschaal inkrimpend tot het uiterste minimum: zeven jaar waren voorbijgegaan.