Een sprekende kraai en een hardnekkige zangeres

Onlangs nam uitgeverij S. Fischer afscheid van de in Duitsland zeer bekende schrijfster Monika Maron. De aanleiding was de publicatie van een essaybundel bij een uitgever die gelieerd is aan de extreemrechtse scène. Maron maakt er zelf geen geheim van dat zij conservatief-rechts is en de fundamentalistische islam als gevaar voor de Duitse democratie beschouwt. Voor Fischer is de auteur, die al sinds 1981 haar boeken bij de uitgever publiceert, te rechts geworden.

In een interview met Die Welt over het conflict met Fischer vertelt Maron dat medewerkers van de uitgeverij in haar voorlaatste roman, Munin oder Chaos im Kopf (2018), wilden ingrijpen om de schrijfster ‘tegen zichzelf te beschermen’. Gelukkig is Marons roman, die over parallellen tussen de hedendaagse volkswoede en de Dertigjarige Oorlog en het onbehagen over de multiculturele maatschappij gaat, niet gecensureerd. Het is een goed geschreven boek over een schrijfster die worstelt met een historisch essay en een geesteszieke buurvrouw die elke dag luidkeels op haar balkon staat te zingen en daarmee de hele straat terroriseert. De schrijfster, de 50-jarige Mina Wolf, draait haar dag-en-nachtritme om om ongestoord te kunnen schrijven aan haar essay over de Dertigjarige Oorlog. Ze sluit vriendschap met een sprekende kraai met maar één voet, die elke dag een paar keer op haar balkon landt om de vleeswaren en hondenbrokken op te eten die Wolf voor de vogel neerlegt. Ze noemt de kraai Munin (IJslands voor herinneren), naar een van de raven van de Noordse oppergod Odin. Odin stuurde zijn raven Hugin en Munin elke ochtend de wijde wereld in om nieuws en kennis te verzamelen.

Niet alleen de kraai verkondigt rechtse meningen, ook Mina Wolf is rechts, zoals tegenwoordig veel burgers rechts zijn. Ze is bang voor een nieuwe oorlog en ze houdt niet van ‘gendergedoe’. Als Maron een Nederlandse schrijfster geweest zou zijn, zou de hoofdpersoon Zwarte Piet willen behouden. Ze voelt mee met een lerares die van de directeur haar leerlingen moet vertellen dat er zestig geslachten bestaan. Diversiteit kan ook te ver gaan, denkt Mina Wolf. Het lijkt alsof Mina Wolf buiten de realiteit staat: ze leeft ’s nachts en haar gezelschap bestaat uit een pratende vogel en een zeventiende-eeuwse huurling die een dagboek over de Dertigjarige Oorlog heeft geschreven.

In de discussie van het buurtcomité dat een einde wil maken aan de overlast van de balkonzangeres komen veel stemmen aan bod: die van de woedende burger die een tirade houdt waarin ook de overheid, drugsverslaafden, criminelen en mensen die niet goed Duits spreken het moeten ontgelden, de deugmens die vindt dat ook een geesteszieke vrouw bescherming verdient, de onverschillige burger en de formalisten die alle juridische regels uitpluizen.

Qua thematiek doet Munin oder Chaos im Kopf enigszins denken aan De ontelbaren (2005) van Elvis Peeters. In deze roman trekken miljoenen vluchtelingen Europa binnen. Een naamloos Vlaams dorp wordt bezet door een menigte vreemdelingen die huizen innemen en koelkasten leegeten. Vreedzaam samenleven is voor de oorspronkelijke bewoners onmogelijk. Als de autoriteiten ook geen grip krijgen op de vluchtelingenstroom nemen de autochtone burgers het recht in eigen hand en volgt een genocide. In Marons roman leiden de acties tegen de zangeres tot steeds meer onrust (er worden ruiten ingegooid, banden lekgestoken en iedereen voelt zich vrij om luidkeels te schreeuwen en muziek te draaien) en uiteindelijk ook geweld.

Het is niet moeilijk om de passages aan te wijzen die Fischer liever had gewijzigd of verwijderd. Mina Wolf houdt zich afzijdig van de problemen in haar straat omdat voor haar het gevaar bestaat uit terroristische aanslagen door islamisten, de miljoenen vluchtelingen die Duitsland de afgelopen jaren heeft verwelkomd, vrouwen in nikab en een groep asielzoekers in de buurt. Veel van haar angsten worden veroorzaakt door wat zij in de krant lees, wat haar vrees een zekere objectiviteit verleent. Een deel wordt ingegeven door wat zij ziet (drie in het zwart geklede vrouwen op het vliegveld) en hoort (geruchten over een aanval op een vrouw in haar straat door een asielzoeker). Tegen de achtergrond van Mina Wolfs onbehagen verandert de zingende buurvrouw van een overlastveroorzaakster in een Cassandra die aandacht vraagt voor de ondergang van de westerse cultuur. Haar repertoire, dat uit patriottische operetteliederen bestaat, weerspiegelt Mina Wolfs onbehagen. De achternaam Wolf is niet toevallig gekozen. De Oost-Duitse schrijfster Christa Wolf (1929-2011), die net als Monika Maron uit de DDR kwam, publiceerde in 1983 Kassandra, een maatschappijkritische roman over de Koude Oorlog. Kassandra, dat tegelijk in de DDR en de BRD verscheen, bevatte ook verborgen kritiek op de DDR. Maron verstopt haar kritiek op het hedendaagse Duitsland niet omdat zij in een vrij land leeft waar de vrijheid van meningsuiting ook geldt voor andersdenkenden.

Je hoeft het niet eens te zijn met de meningen die Maron in opinieartikelen en essays uit en die weerklinken in de gedachten van haar personages Munin en Mina Wolf om de literaire kwaliteit van Munin oder Chaos im Kopf te erkennen. Voor de links angehauchte lezer zijn Marons vroege romans Flugasche (1981) en Stille Zeile, nummer zes (1991) over de Oost-Duitse surveillancemaatschappij en de repressie door de communistische partij misschien eenvoudiger te waarderen dan haar latere werk, maar wie heeft ooit beweerd dat literatuur gemakkelijk moet zijn?

Marie-José Klaver

Monika Maron – Munin oder Chaos im Kopf. S. Fischer Verlag, Berlijn. 224 blz. € 20.