Praag en de wereld van Ajvaz – De Prijs

De schrijver die je aan het vertalen bent krijgt een belangrijke literaire prijs. Hoeveel geluk komt je toe? Op deze plaats bericht ik op gezette tijden over het boek dat ik onder handen heb: Druhé Město van Michal Ajvaz. Ik doe dat in aanloop naar de publicatie van de vertaling, in het voorjaar van 2021 bij Uitgeverij kleine Uil. De titel luidt: De andere stad.

In oktober vertelde ik over mijn bibliotheekachtergrond. Die zorgde ervoor dat ik juist dit boek koos. Wat me minstens zo sterk innam voor De andere stad is de ontegenzeglijke literaire kwaliteit van Ajvaz’ werk. Maar hoe vertel ik daarover zonder te veel in de kaart te laten kijken van de intrigerende odyssee die De andere stad is?

Toen werd het 28 oktober, in Nederland een gewone dag. In Tsjechië echter is het dé Nationale Feestdag. Op die dag bezorgde de Tsjechische minister van Cultuur mij een flinke portie vertalersgeluk: hij maakte bekend dat de Staatsprijs voor Literatuur dit jaar naar Michal Ajvaz gaat. De prijs, zo zei hij uit naam van de jury, is een blijk van waardering voor een kunstenaar die niet alleen de Tsjechische cultuur in eigen land heeft verrijkt, maar ook daarbuiten. Inderdaad, voor Ajvaz’ werk bestaat een brede internationale belangstelling. Zijn werk is in vele talen vertaald, variërend van Engels en Italiaans tot Arabisch en Koreaans. Koploper is De andere stad, dat – naast het origineel – in maar liefst achttien talen wordt gelezen. Tot nu toe is er één verhaal van Ajvaz in het Nederlands vertaald: De kever (Voetnoot, 2010), een prachtig voorproefje van De andere stad.

Wie is deze kakelverse laureaat? Michal Ajvaz is in 1949 geboren in Praag. Hij studeerde filosofie aan de Karelsuniversiteit in de Tsjechische hoofdstad. Daar woont en werkt hij nog steeds aan zijn oeuvre als essayist, dichter, vertaler en prozaschrijver. Al van jongs af aan is hij actief als auteur, maar zijn werk kon pas na de val het communistische regime worden gepubliceerd. Tot die tijd was hij veroordeeld tot beroepen als conciërge, nachtwaker en pompbediende. Daarna was hij onder meer redacteur van het tijdschrift Literární noviny. Zijn romans zijn ongekend speelse fantasieën, die bol staan van symboliek. Daarmee heeft hij een geheel eigen plaats in de hedendaagse Tsjechische literatuur verworven. Hem een genre toedichten zou onrecht doen aan zijn werk. Wel kan ik zeggen dat hij in de lange lijn staat van Tsjechische meesters van het absurdisme. Om hem verder te typeren: zijn proza is verwant met dat van Jorge Luis Borges, aan wie hij een uitgebreide studie wijdde.

Terug naar het juryrapport bij de toekenning van de onderscheiding. Dat roemt Ajvaz om zijn ‘eminente oeuvre’. Ik onderstreep dat zonder meer, ook door – nu bovendien met de stimulans van deze Staatsprijs – verder te bouwen aan De andere stad.

Tieske Slim