De natuur wint

Ness van Robert Macfarlane begint met een opschrift van een bom: AWRE/6/79, QV on 79 76 D/00, WE-177A.
Orford Ness is een landtong voor de oostkust van Engeland die het Britse leger gebruikte als kernwapentestcentrum. Het leger vertrok naar andere plekken en laboratoria en gaf het gebied aan de National Trust die weinig anders kon doen dan het gebied prijs geven aan de natuur.

Macfarlane schreef een soort prozagedicht/ theatertekst /stemmenspel over het optreden van een zogenaamde Wapenmeester, die een bom wil laten ontploffen, maar die wordt tegengehouden door gepersonifieerde natuurkrachten. De taal lijkt op die van oude liederen met vraag en antwoord, zoals ‘Who killed cock Robin?’ In het ‘verhaal’ speelt de klimaatcrisis een rol. De aarde zal zich wel redden, lang nadat de mensen verdwenen zijn.

Ness zelf komt aan het woord in verschillende vreemde talen: onder andere Meeuws, Golfs, Kogels, Bederfs, Pagodi, Zuiver-Kwiks. (De vertaler, Nico Groen, doet prachtige vondsten. Hij kent het idioom van Macfarlane goed. Hij kiest voor het Middelnederlands als Macfarlane Oud- of Middelengels schrijft.)

Het ‘verhaal’ speelt zich af in de Groene Kapel, overblijfsel van de militairen. De tekst wordt afgewisseld met zwart-witte pentekeningen van Stanley Donwood, die een macaber beeld oproepen en aan Stalker van Tarkovsky doen denken. Ook vinden we getekende stenen, hagstones, heksenstenen, met een gat dat een kijkje zou kunnen bieden in de toekomst. Een hagstone is een beschermingsamulet. De watermagie ervan spoelt alle kwaad weg.

In de kapel vindt een soort eredienst plaats waarbij de bom AWRE/6/79 naar binnen wordt gereden. Dan wordt Drift voorgesteld. Hij is heel veel, maar vooral beweging. Hij maakt het geluid van kiezelstenen in eb en vloed.

De favoriete vakantiebestemming van Drift zijn twee strandjes met grotten aan de Engels zuidkust, waarvan de ene rechterhandschoenen in zijn drijfvuil vergaart & de andere linkerhandschoenen in zijn drijfvuil vergaart.

De Fysicus zegt wat ze op het vreemde, lege, leugenachtige eiland aan de kust deden, maar ondertussen gebeuren er vreemde dingen. ‘Hij’ komt met zijn vogels. ‘Zij’ komt met beton brekend korstmos. De Wapenmeester leidt een rituele zang over vernietiging. ‘Ze’ komt ‘& ze hebben het geduld van graniet & zijn heet als lava & snel als sterrenlicht.’; ‘tijd is alleen maar immer over elkaar heen buitelend versies van het nu.’ De Ingenieur versteent. ‘Als’ komt ‘snel als storm & traag als teer.’ Uiteindelijk verdwijnen de Wapenmeester en zijn trawanten onder de grond. De natuur heeft het kernwapentestcentrum overwoekerd en overwonnen en zo is Ness, het prozagedicht een mythische zang geworden.

Remco Ekkers

Robert Macfarlane en Stanley Donwood – Ness. Vertaald door Nico Groen. Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam. 86 blz. € 15.