Junk rekent af met standaardwestern

Twee flink witte omslagen met een paar schietgrage figuren in klare lijnen; scenarist Nicholas Pothier en tekenaar Brüno maken meteen duidelijk dat Junk geen doorsnee western-tweeluik is. En dat klopt. Waar veel westerns het van de couleur locale moeten hebben en van de broeierige sfeer, kiest Brüno – net als in zijn Tyler Cross-verhalen – voor een minimale, eenvoudige aanpak. Een bos is een éénkleurige hoop driehoekjes, de saloon een kubistisch allegaartje van tafels, stoelen en trapleuningen. De kleurstellingen van Laurence Croix maken de sfeer: warmrood in het bordeel, blauwgrijs in de bergen.

Brüno tekent met een strakke hand die zo hoekig is als die van Mike Mignola (Hellboy), met het verschil dat Junk veel ruiger is opgezet: de wielen van een postkoets zijn massief, veel broeken lopen in dezelfde kleur en vorm over in de laarzen. Toch ziet het er cool uit. Brüno kent de klassiekers, de archetypen en de thema’s van het wilde westen en heeft ze kundig geabstraheerd.

Het verhaal gaat over een groep desperado’s die nog een keer bij elkaar komt om op zoek te gaan naar een schat en ondertussen ook probeert te ontdekken wie de verrader in hun midden is. Want dat dat het geval is, blijkt snel. Hank Williams, ooit de voorman van een groep outlaws roept zijn bende na vele jaren voor een allerlaatste keer bijeen. Hij vertelt ze van een schat die destijds is gezocht, maar nooit gevonden. Nu ineens weet hij waar die te vinden is. Vreemd? Ja, maar zo hebben wel meer van de groep rare trekjes.

Ze zijn met z’n zessen en zoals dat ook gebruikelijk is in games, heeft ieder personage een bepaalde kwaliteit die onderweg van pas kan komen. Dat is een leuk gegeven, maar ook wat drollig, vooral omdat de bendeleden allemaal een dagje ouder zijn geworden. Ze hebben kwaaltjes, hoesten dat het een aard heeft en rusten iets vaker en langer uit dan vroeger. Ze gaan zelfs in een postkoets op weg om de zwakkeren wat rust te gunnen.

Onderweg komen de desperado’s er steeds meer achter dat die hele schat misschien een verzinsel was. Maar wat is dan de reden dat Williams de kliek weer bij elkaar wilde hebben? Is dat misschien omdat ze vroeger zijn verraden en Williams het idee heeft dat de verrader in hun midden is?

Het verhaalgegeven is sterk en houdt de vaart er lekker in, maar het allerbeste zijn de dialogen die zo lekker in elkaar steken dat de lezer het verhaal met een flinke vaart doorvliegt. Het lijkt op Tarantino en daar is niets gelogen aan. Het zet de karakters sterk neer en dat is wat een goede western onderscheidt van de mindere.

Het knappe van Junk is dat de niet voor de hand liggende combinatie van harde actie, toffe gesprekken en ongekunstelde tekeningen zorgen voor een extreem lekker en vlot verhaal. Dat vermoed je niet van tevoren. Wie niet hangt aan de natuurgetrouw uitgewerkte setting van het wilde westen heeft met Junk een voltreffer in handen. Een klasse verhaal dat menig realistisch getekende western met gemak naar de kroon steekt. Wie dit oppikt, heeft zijn dag gemaakt.

Stefan Nieuwenhuis

Brüno & Nicolas Pothier – Junk, deel 1: Terugkeer & deel 2: Afrekening. Uitgeverij HUM! 56 blz. hardcover. € 18,95.