Inkijkje in apart en waardevol beroep

Tillen, alstublieft van Maud Sintenie is een vermakelijke en luchtige bundel over een zwaar onderwerp: de belevenissen van een vrouwelijke drager van doodskisten. Naast haar studie journalistiek heeft ze een bijbaantje, ze brengt overledenen naar hun laatste rustplaats. Een ambigu beroep, je moet er zijn, maar zo onopvallend mogelijk; je leeft mee, maar kent de overledene niet. Het is een mannenwereld, en Maud met haar mededraagsters zijn een bezienswaardigheid, zes jonge meiden die in de bloei van hun leven zo concreet met de dood omgaan.

Sintenie beschrijft een aantal meer en minder opvallende gebeurtenissen rond het ophalen en ter aarde bestellen van een overledene. Zoals die keer dat de kist niet horizontaal het huis uit gedragen kan worden. De begrafenisondernemer beslist dat het dan maar rechtop moet:

De kist wordt onder de commando’s van Jack in allerlei bochten en hoeken geduwd en getild. Ik denk aan de overleden vrouw, en hoe ze nu tussen de zes planken ligt. Of staat, eigenlijk.

Daarna blijkt er ook nog een brandoefening in het bejaardenhuis te zijn, waardoor de lift het niet doet. Ze houden het hoofd koel en alles komt uiteindelijk goed.

Niemand kijkt uit naar een begrafenis, toch moet het allemaal georganiseerd worden en verwachten we dat het soepel loopt, dat alles in het teken van de overledene staat. Er mag niets misgaan en als dat wel gebeurt, moet het zo snel mogelijk opgelost worden. Soms is het iets kleins, soms is het cruciaal, zoals toen grafdelvers zich in de dag vergist hadden en er geen gat in de grond was voor de kist. In allerhaast werden ze opgetrommeld en kwam er een klein graafmachientje het kerkhof opgereden. De familie was al naar huis, die had afscheid genomen zonder een schepje aarde over de kist te hebben gegooid.

Bij de ene dienst is het bomvol, bij de andere komt er niemand. Wat is beter, te vroeg heengaan zodat iedereen afscheid van je kan nemen, of als laatste overblijven met als gevolg dat er niemand meer is bij jouw afscheid? Daar had Sintenie misschien wat meer bij kunnen stilstaan, het blijft nu vooral bij observaties en beschrijvingen van de diensten die ze meegemaakt heeft. Wat meer reflectie op de dood en het leven of de uitvaartwereld had het boek iets meer gewicht gegeven, zoals bijvoorbeeld bij de bundel van F. Starik, Dichter van dienst, die over hetzelfde onderwerp gaat en waarbij dichters een gedicht voordragen voor een overledene zonder familie of vrienden.

Wie wel eens een begrafenis van dichtbij heeft meegemaakt is het wellicht opgevallen. Na ieder commando zegt de voorman of voorvrouw ‘alstublieft’. Het klinkt beleefd, de dragers weten wat ze moeten doen, synchroon. Draaien, alstublieft, tillen, alstublieft, zakken, alstublieft.

De bundel biedt de lezer een boeiend inkijkje in het werk van een drager, een apart en waardevol beroep.

Arjen van Meijgaard

Maud Sintenie – Tillen, alstublieft. Volt, Amsterdam. 140 blz. € 21,99.