Zo vergeefs is het leven van Paul niet

Het is eigenlijk ongelooflijk dat het innemende en ijzersterke stripwerk van de Franse Canadees Michel Rabagliati niet meer in het Nederlands verschijnt. In 2004 en 2007 verschenen de eerste twee titels uit zijn semi-autobiografische Paul-verhalen, Pauls vakantiebaantje en Paul op het platteland. Rabagliati tekende rustig voort maar nooit meer raakte zijn albums vertaald, en nu zijn nieuwste graphic novel Paul at home uit is, blijkt nog eens hoe jammer dat is.

Natuurlijk, je kunt alles gewoon in het Engels lezen, zoals je dan altijd hoort, maar even belangrijk is een ander argument waarom de Paul-verhalen het vertalen waard zijn: de strips zijn vanwege Rabagliati’s prettige vertelstem en toegankelijke tekenwerk heel geschikt voor geïnteresseerden die eens een strip willen lezen, maar niet weten wat. Anders gezegd: zijn albums, met een vriendelijke melancholische inslag, kunnen ongeoefende lezers inwijden in het beeldverhaal. Lees dit beslist niet als een diskwalificatie: de Paul-verhalen zijn heel sterk, knap en gevoelig. Het is vooral het ogenschijnlijke gemak waarmee Rabagliati zijn verhalen vertelt én tekent die ze geschikt maakt voor een groot publiek van striplezers en niet-striplezers.

Paul at home is Rabagliati’s negende titel in de reeks rond zijn alter ego Paul Rifiorati, een stripmaker die intussen 51 jaar oud is. Het complete plaatje: zijn vrouw is net bij hem weg, zijn negentienjarige dochter vliegt uit en de zorg voor zijn eenzame moeder wordt steeds ingewikkelder. Paul is bij wijle bozig – op mobiele telefoons, op zijn buurman, het lettertype van de bewegwijzering op de snelweg en wat al niet meer. Paul knarst in zijn slaap en snurkt dat het een aard heeft. Hij vervloekt de medisch specialisten die hij ziet om allerlei ouderdomsklachten te voorkomen – niet in de laatste plaats omdat die figuren hem klauwen met geld kosten. Samengevat, Paul is niet te benijden.

Waar een ander kiest voor een klaagzang op het leven, gaat Rabagliati op zoek naar de kleine lichtpuntjes, de dingen die wel lukken. Dat gaat met moeite, maar juist die vergeefse zoektocht is zo vriendelijk in beeld gebracht, dat de lezer Paul in de armen sluit en zijn gesakker voor lief neemt.

In eerdere delen was Paul een stuk jonger. Rabagliati heeft een flinke sprong in de tijd gemaakt en dat zie je terug in de thematiek. Waar trivialere zaken als jeugdliefdes en vriendschappen in eerdere delen centraal stonden, lijken nu de grote vragen van het leven aan de beurt: zijn eenzaamheid, zijn familiebanden en zijn lichamelijke aftakeling – in een even innemende als hilarische scène moet Paul zich in een apparaat tegen apneu hijsen voordat hij gaat slapen. Later krijgt hij een ingewikkeld bit dat zijn kaken op slot zet en het snurken moet tegengaan. Als hij in de nacht erna zijn iPad in de opnamestand laat ‘meeslapen’ hoort hij de volgende ochtend dat het niet geholpen heeft. Weer 2300 dollar weggegooid. En voor wat? En voor wie?

De lezer volgt het allemaal zonder moeite: Rabagliati weet zijn verhaal perfect op te bouwen. Paul gaat boodschappen doen, hij maakt een datingprofiel aan, hij geeft les op een school voor moeilijke jongeren en hij wil het bad in zijn achtertuin zomerklaar maken, om er in oktober achter te komen dat het toch niet gelukt is, ondanks de liters chemicaliën die hij ervoor kocht. Het leven sleept zich voort, met een lach voor de lezer en een traan voor Paul én de lezer. Over tranen gesproken: Pauls moeder speelt een bijzondere rol in het geheel. Zij is oud en der dagen zat. Het is niet per se haar wens om het licht uit te doen die Paul verdriet doet, de zorgvuldige lezer ziet vooral dat zijn eenzaamheid erg op die van zijn moeder is gaan lijken.

Er is bijzonder hoe Rabagliati de sores van Paul uitwerkt: er zit een zekere mate van rust in. De stemming van het verhaal is die van Paul en hoewel niet al te zonnig, is het zeker niet treurig. Rabagliati gebruikt een paar mooie metaforen die hij in het verhaal verwerkt: bijvoorbeeld de zieke boom in zijn achtertuin. De ene helft wordt nog even gespaard, maar de wond blijkt te groot en uiteindelijk moet de hele boom weg – in etappes, zodat Paul eraan kan wennen. Het heeft iets troostrijks zoals het getekend wordt.

Deze negende Paul-titel is niet te vergelijken met zijn eerdere titels. Deze keer is Rabagliati eerlijker, emotioneler en rijper. Grote thema’s als het ouderschap, aftakeling, eenzaamheid, ziekte en dood worden allemaal met een opvallende lichtheid uitgebeeld en verwoord. Dat is ronduit knap.

In de slotscène graaft Paul een gat in de achtertuin. Hij plant een klein kersenboompje dat hij van zijn Italiaanse buurman Tonio kreeg. Met een paar jaar zal daar een flinke boom staan. Zo een als hij had. Paul heeft iets om naar uit te kijken.

Stefan Nieuwenhuis

Michel Rabagliati – Paul at home. Drawn & Quarterly. 204 blz. € 20,09.