De ondergang van Klaus Mann

Aan het begin van De naam van mijn vader van Rindert Kromhout is Klaus Mann sergeant en oorlogsverslaggever in dienst van het Amerikaanse leger. De Tweede Wereldoorlog is net afgelopen. Hij krijgt de opdracht om vanuit Rome via Oostenrijk naar München te reizen en verslag te doen van de situatie. Mann, schrijver en de oudste zoon van Thomas Mann, kan niet wachten om terug te keren naar zijn geboortestad die hij twaalf jaar geleden noodgedwongen verliet toen de nazi’s de macht overnamen. Samen met de jonge Amerikaanse fotograaf John Tewksbury, die een grote bewonderaar van Thomas Mann en een kenner van de Duitse cultuur blijkt te zijn, reist Klaus Mann af. Aan de hand van de vragen die John, die droomt van een eigen boekwinkel, onderweg stelt, ontvouwt zich het levensverhaal van Klaus Mann. Hij vertelt over zijn werk, zijn zus Erika, zijn ouders, zijn homoseksualiteit en zijn worsteling met verslavingen.

De literair-historische jeugdroman De naam van mijn vader is het laatste deel van Kromhouts trilogie over Klaus Mann. De hoofdpersoon is gebaseerd op de Duitse schrijver Klaus Mann (1906-1949). Het is mijns inziens het minst geslaagde boek van het drieluik omdat Klaus Mann nauwelijks tot leven komt. De nadruk ligt naar mijn smaak te veel op zijn feitelijke levensverhaal, dat de auteur overigens uitstekend weergeeft, en te weinig op de gevoelens en de psyche van Klaus Mann. De auteur beschrijft veel en laat de personages te veel uitleggen. Hun dialogen klinken gekunsteld. Daardoor blijven Klaus Mann en de andere personages wat sjabloonachtige gestalten. Het eerste deel van de serie, Een Mann(2016), leed ook aan dit euvel.

De naam van mijn vader is me ook iets te gladjes gecomponeerd. Fotograaf John Tewksbury heeft aan het einde van het verhaal ook daadwerkelijk een boekwinkel. In 1949 ligt de Engelse vertaling van Golo Manns biografie van Friedrich von Gentz in de etalage van zijn zaak. Klaus Mann heeft net zelfmoord gepleegd als zijn jongere broer Golo, docent geschiedenis aan Claremonts Men’s College in Californië, in New York een lezing houdt over zijn boek. Na afloopt condoleert John Golo met de dood van zijn broer. En dan herhaalt zich een patroon. Johns vragen bieden de historicus de gelegenheid om uit te weiden over de depressies en verslavingen van Klaus en zijn zelfgekozen dood.

‘Mijn broer verwaarloosde zijn gezondheid als het niet goed met hem ging. En ongelukkig wás hij al sinds de oorlog voorbij was. Hij vond de houding van Duitsland en de Duitsers verschrikkelijk, het schrijven ging hem steeds moeizamer af, en zijn persoonlijke leven…’ Weer aarzelde hij om verder te gaan.
‘Klaus heeft mij verteld dat hij van mannen hield,’ zei John.
‘Hij heeft u werkelijk in vertrouwen genomen, meneer Tewksbury,’ zei Golo. ‘Ik besef dat ik vrijuit met u kan praten. Dat is fijn.
‘John, noemt u me alstublieft John.’
‘Weet u, John’, zei Golo, ‘mijn broer had er een leven lang een groot talent voor zichzelf in de problemen te brengen.’

Ondanks mijn kritiek vind ik de trilogie een interessante onderneming, die hopelijk jonge lezers ook nieuwsgierig maakt naar Klaus Manns literaire werk en zijn dagboeken en brieven. Klaus Mann is, zeker in vergelijking met zijn vader Thomas, een zeer toegankelijke schrijver. Mefisto (1936) is een prachtige roman over goed, kwaad en opportunisme. Klaus Mann vond het zelf zijn beste boek. De vulkaan (1939), volgens critici zijn belangrijkste roman, is een interessant en nog steeds actueel boek over vluchtelingen. ‘Boeken bestaan pas als ze worden gelezen,’ zegt Klaus Mann in Een Mann, en ik zou er niet aan moeten denken dat zijn boeken niet meer gelezen zouden worden. Dat Kromhout met zijn biografisch-fictionele drieluik de boeken van Klaus Mann onder de aandacht van een jong lezerspubliek brengt, is een grote verdienste.

Marie-José Klaver

Rindert KromhoutDe naam van mijn vader. Leopold, Amsterdam. 256 blz. € 19,99.