Arthur van Amerongen gaat er weer met gestrekt been in vandaag in zijn column in de Volkskrant. Hij heeft niet zo’n hoge dunk van schrijvers, ‘Schijtluizen en kontenkruipers’, die zwichten onder de druk van een ‘bende moraalridders die Nederland nu terroriseert’.

Een gunstige uitzondering maakt hij voor Delphine Lecompte die vorige week een brief publiceerde in Humo waarin ze haar visie geeft op literatuur:

Kunst moet tegenwoordig opnieuw stichtend en mild en verzoenend zijn. Hartverwarmend, hartverheffend, verbindend. Schattig, aaibaar, ontroerend, troostend en meteen begrijpelijk voor elke dwerg, eskimo, veganist, dyslectische marathonloper, schizofrene Mongoolse kamelendrijver en albino orgeldraaier met psoriasis. Begrijpelijk voor elke kleuter, voor elke imbeciele vogelwichelaar, voor elke godsvruchtige baggeraar en preutse bobijnster.

Ik kokhals!

Kunst is net conflict, is rumoer, is branie, is punk, is agressie. Kunst moet walgelijk, schurend en weerbarstig zijn.

Lees haar hele brief hier.