Een vriendschap tot in Japan

Waarom voel je je meer aangetrokken tot de een dan tot de ander? Wat is de basis van een vriendschap? Is het altijd duidelijk wat de ander van je verwacht of wat je van jezelf verwacht? Rond deze lastig te beantwoorden vragen heeft Peter WJ Brouwer in Het oog van de kraanvogel een boeiend en gelaagd verhaal gesponnen. Peter WJ Brouwer publiceerde een aantal dichtbundels, zijn romandebuut Het Siamees moment verscheen in 2017.

Arthur en Marcus ontmoeten elkaar tijdens hun studie aan het conservatorium van Amsterdam, eind jaren tachtig. Het verhaal wordt verteld vanuit Marcus, een wat onzekere jongen die piano studeert en zijn weg zoekt tussen de nieuwe mensen die hij leert kennen tijdens zijn studie. Arthur, violist, is een stuk eigenwijzer. Ze kruisen elkaar een paar keer en een voorzichtig contact gaat al snel over in een hechte vriendschap.

Brouwer weet heel goed het ontstaan van deze vriendschap te vangen, het wat claimerige gedrag van Arthur en de naïeve houding van Marcus lijken toch goed samen te gaan. En dan is er ook nog het contact tussen Marcus en Carlijn, die zijn vriendinnetje wordt. De aanloop naar een vriendschap of relatie is achteraf moeilijk terug te halen. Waar begon het precies, wie zette de eerste stap, in welke context ontstond de eerste dialoog? Brouwer zet dat heel natuurlijk en ongedwongen neer.

De lezer voelt de constante spanning tussen Marcus en Arthur, vooral die tweede lijkt meer te willen. Ook Carlijn voelt dat feilloos aan en wurmt zich tussen beide vrienden. Maar wat wil Marcus? Als de vrienden een paar dagen naar de moeder van Arthur in Bergen gaan, komt het tot een interessante confrontatie. Niet alleen tussen beide jongens, maar ook bij Marcus met zichzelf.

De tijdsprong naar 25 jaar later, wanneer Arthur en Marcus elkaar weer tegenkomen in Japan, geeft een nieuwe dimensie aan hun contact. Beide mannen kijken op een andere manier terug op hun vriendschap van lang geleden. Marcus is in Japan als advocaat om een conflict tussen een dirigent en een muzikante glad te strijken, Arthur speelt in het orkest waar dit is voorgevallen. Aan de andere kant van de wereld zijn ze aan elkaar over geleverd. Wat is er over van hun vriendschap, waar ging er mis?

De stijl is prettig, op een soepele en ongekunstelde manier ontrolt het verhaal zich tussen de verschillende personages die om Marcus heen cirkelen. Ook de wat vreemde Sofie met haar amandelvormige ogen en haar aparte gewoonte overal waar ze komt iets in haar zak te steken, heeft invloed op de hoofdpersoon. Deze mensen vormen Marcus, dagen hem bewust en onbewust uit zichzelf te ontdekken.

Vaak genoeg staan er mooie observaties in de tekst om even bij te blijven hangen:

De allereerste tram schoot om de hoek, ijzer op ijzer, een meeuw krijste, daarna was het weer stil. Het was het tijdstip waarop alles nog ontbrak.

Een roman die je aanzet na te nadenken over je eigen vriendschappen van lang geleden, over de onzichtbare draadjes tussen mensen die als ze eenmaal gesponnen zijn, nooit meer lijken te breken.

Arjen van Meijgaard

Peter WJ Brouwer – Het oog van de kraanvogel. In de Knipscheer, Haarlem. 280 blz. € 19,50.