Nergens thuis

Carla, de hoofdpersoon in Het aanbidden van Louis Claus, het romandebuut van Helena Hoogenkamp, is nergens echt thuis. Als puber heeft ze een relatie met Louis Claus, maar door zijn moeder wordt ze min of meer het huis uitgekeken en soms letterlijk gevraagd weg te gaan. In haar eigen huis botert het niet tussen haar vader en haar aan kanker lijdende moeder. De moeizame relatie met haar eigen moeder verbetert niet door de ziekte.

Het echte leven is iets anders dan het leven in liedjes, reclames en films. Hoogenkamp brengt subtiel verwijzingen naar andere media aan. Louis Claus, die acteur wil worden, is voor haar de belichaming van iemand die haar kan laten ontsnappen naar een nieuwe wereld. Maar misschien had ze beter naar de woorden van haar zieke moeder moeten luisteren: ‘Die jongen heeft geen ziel.’

Hoogenkamp maakt grote sprongen in de tijd, van 2003 gaat ze naar 2018. Carla leeft inmiddels samen met een vrouw die schildert. Haar moeder is inmiddels overleden zonder dat ze echt goed afscheid heeft kunnen nemen en de rouw om het verlies van haar relatie met Louis, maken van Carla een apathische vrouw die niet echt deelneemt aan het leven. Een toevallige ontmoeting met Louis, nadat ze net een film met hem heeft gezien, leidt tot een eenmalige hereniging, maar niet naar het gedroomde leven met haar jeugdliefde.

Wat ik had gewild was een plek om in thuis te komen, het mocht ook een persoon zijn, iemand die naar mij verlangde zoals ik verlang. Dat ik vlam was in plaats van de mot.

Hoogenkamp verwerkt enkele trauma’s van Carla op een subtiele en soms confronterende wijze. Vooral de onderlinge relaties weet ze prachtig te verwoorden en soms schieten de tranen je in de ogen als ze in een paar zinnen de onmacht binnen die verhoudingen weet te typeren. In een prachtige scène waarin ze verhuist naar een oud schoolgebouw, zit die complexiteit aan gevoelens samengebald. Haar vader, die nu alleen achterblijft in het ouderlijk huis, heeft haar geholpen.

Papa stond wat wezenloos bij de voordeur te wachten, ik bedankte en omhelsde hem en zei: ‘Pas goed op jezelf.’
Pas toen ik de grote schooldeur dichtzwaaide zag ik de parkeerbon in zijn hand. Hij had bijbetaald, maar op geen enkele manier laten merken dat hij wilde blijven.

Dat zijn zinnen die binnenkomen. Het aanbidden van Louis Claus is een fantastisch debuut.

Coen Peppelenbos

Helena Hoogenkamp – Het aanbidden van Louis Claus. De Bezige Bij, Amsterdam. 214 blz. € 21,99.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 23 april 2021.

Lees ook de recensie van Miriam Piters over dit boek.