Onttakeling van een beroepsvoyeurist

Genoeg geweest, de nieuwe roman van Peter Lenssen, opent met een korte verklaring van het personage om wie de roman draait, Karl Slompink, Slomp voor zijn collega’s van de geheime dienst: ‘Ik heb van afluisteren en bespioneren mijn beroep gemaakt. Daar ben ik trots op.’

Lenssen gooit de lezer direct in het diepe: Karl wordt door zijn baas naar het adres van zijn zoon gestuurd, waar hij Merlijn dood aantreft, bungelend in het trapgat.
Uit de stroom van gevoelens en herinneringen die de aanblik van zijn dode zoon bij Karl losmaakt, valt op te maken dat hij sinds de scheiding van zijn inmiddels overleden vrouw en eigenlijk ook daarvoor al geheel van hem en haar vervreemd was. Karls leven was en is zijn werk en dat is werk waarover hij niet mag praten, zelfs niet met zijn naasten.

Was een collega al op de rampplek voor Karl er naartoe werd gestuurd? Heeft die Merlijns laptop-bestanden gewist? Een toeval dat alleen een ervaren geheime dienstman als Karl kan overkomen blijkt de sleutel tot bestanden met een schokkende inhoud. Die stap voor stap Merlijns zelfmoord ontraadselen, maar ook de knoop ontwarren in Karls geest. Dat die stappen erg onzeker zijn, vloeit mede voort uit Karls voortdurend achteroverslaan van grote hoeveelheden borrels.

Genoeg geweest is niet alleen een raadselroman, Lenssen wil ook de permanente surveillance van vele burgers door geheime diensten aan de kaak stellen. Evenals het moorden op duizenden kilometers afstand met behulp van satellieten en drones, weergegeven in scènes die rechtstreeks ontleend lijken aan de film Eye in the Sky.

Lenssen bespeelt vele stijlregisters. Reeksen van korte zinnetjes schroeven het tempo hoog op, om plotseling onderbroken te worden door enkele lange zinnen met veelal sarcastisch getinte beeldspraken. Met tempowisselingen is op zichzelf niets mis, maar het moment is niet altijd goed gekozen, terwijl de stapelingen van metaforen soms krampachtig aandoet, alsof Lenssen van geen enkele vondst afscheid kon nemen.

De vernietiging van intimiteit door het zich permanent bespioneerd weten, dan wel door anderen te bespioneren, holt mensen uit en is fnuikend voor hun morele integriteit. Karl is daar niet alleen medeverantwoordelijk voor, hij is er ook een exponent van. Dat maakt Lenssen allemaal goed duidelijk, maar daar had hij mee kunnen volstaan. Voor catharsis zorgen, kan ook nog, maar er ter verklaring van Karls verwrongenheid een ongelukkige jeugd bijhalen met een vader die zijn zoon oudtestamentisch kastijdde, is te geconstrueerd en had literair noch psychologisch gehoeven. De cover van dit boek is overigens een geslaagd kunstwerkje.

Hans van der Heijde

Peter Lenssen – Genoeg geweest. In de Knipscheer, Haarlem. 314 blz. € 22,00.

Deze recensie verscheen eerder in een iets andere versie in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 5 maart 2021.