Paradoxale menselijkheid

Salm, gepensioneerd archeoloog geniet van zijn whisky’s terwijl hij kijkt naar zijn zorgvuldig gekweekte rozen. Je zou zeggen dat hij nog geniet van het leven. Niettemin is hij antinatalist, dat wil zeggen dat het beter, humaner, lijkt om te stoppen met de voortplanting, zodat over honderd jaar de mensheid is uitgestorven. Daarmee wordt veel leed bespaard, nee, alle leed.

De ik-figuur uit het boekje Humaan van Boudewijn van Houten, is zijn buurman en ze praten graag samen over de ideeën van Salm. De ik daagt Salm uit om meer argumenten te noemen, ook al lijkt het duidelijk dat hij het eigenlijk met Salm eens is.

Het boekje bestaat uit negen korte hoofdstukjes en is een uitgebreide versie van een essay dat onder de titel Leven is dodelijk werd gepubliceerd in het literaire tijdschrift Extaze. Nu verscheen het als deel honderdacht van de ‘Flanorreeks’.

Salm lijkt een aardige, geïnteresseerde man, maar hij is naar eigen zeggen vooral realistisch, wat cynisme niet uitsluit:

De intensive care: een folterkamer. Mogen daar wonderen worden verricht, de mishandelingen zijn ook niet zeldzaam. Ja, ten bate van de mensheid, zouden we dan horen te denken, maar het is logischerwijs dikwijls ten bate van de reputatie van de dokter of van de omzet van het ziekenhuis.

Waarom maken we kinderen? Omdat het leuk is om te doen, maar we kunnen toch voorkomen dat er gevolgen zijn? Vrouwen vinden kinderen leuk, willen er ook voor zorgen, ondanks viezigheid, gehuil en gezeur. Voor mannen is het anders: ‘[…] al bij het eerste kind is de luis in de pels, de beste tijd van het huwelijk is voorbij. Niet weinig mannen vertrekken dan, zeker in onze ongedisciplineerde, op pret gerichte, tijd.’ Maar, zegt de ik, het is een instinct, die behoefte aan kinderen. Salm antwoordt:

Instincten, instincten… Er bestaat toch ook zoiets als gezond verstand. Mogen we ons verstand niet gebruiken om van de voortplanting af te zien? Aan de feitelijke gevolgen – een wezen scheppen dat veelal zal moeten lijden tot het wordt afgeschoten of doodgemarteld – denkt men nooit […]

Salm zelf had geen gelukkig huwelijk. Na een paar jaar zag zijn vrouw af van vrijpartijen. Misschien was ze lesbisch. Toch hield Salm van haar. Hij verzorgde haar tot zij stierf aan de gevolgen van de ziekte van Huntington. Hij verloor twee zonen aan een door hen zelf veroorzaakt ongeluk met een auto van pa. De derde zoon is, cynisch genoeg gynaecoloog, maar zal niet oud worden vanwege de erfelijke ziekte van Huntington. Deze zoon mag nog wel zorgen voor euthanasie van zijn vader. (Mag dat?)

Salm wijst op bekende schrijvers en filosofen, zoals Hermans en Schopenhauer, die het zoals Emants een misdaad vonden een kind op de wereld te zetten. Zou Salm zijn ideeën niet in een boek moeten uitleggen? Hij heeft daar geen vertrouwen in. Welke uitgever zou het willen uitgeven? Die zijn toch alleen maar op winst uit?

Als we de ik-figuur mogen vergelijken met de auteur Boudewijn van Houten, die zeer veel heeft gepubliceerd, maar die moet meemaken dat het steeds moeilijker wordt om een uitgever te vinden, spiegelt de opmerking van Salm
zijn ervaring. De lezer vraagt zich af: zijn er ook argumenten om het avontuur van ons leven nog niet op te geven?

Remco Ekkers

Boudewijn van Houten – Humaan. Flanor, Nijmegen. 40 blz. € 17,50.