Hardere vogels

Als de lezer even nadenkt over de titel Kraaien in het paradijs, van Ellen de Bruin, begrijpt hij dat in deze roman een wereld verloren is gegaan. ‘Hardere vogels nemen het over’ schreef Judith Herzberg in haar bundel Zoals. Haar gedicht gaat over het ‘Vondelpark 1987’: ‘Eksters kraaien papegaaien / de tijd van lijsters merels nachtegalen / lijkt voorbij’. De zachte dingen zullen niet overwinnen.

In de wereld van deze roman, op het eiland waar het verhaal zich afspeelt, zijn er geen landzoogdieren meer. In de zee zijn er nog kwallen, slakken en snoekslijmvissen. De lezer verbaast zich over de beschrijving in de hoofdstukken die spelen in ‘Gisteren’, ‘Vijftien jaar geleden’ en ‘Een verhaal uit het verleden: de jongen in de jungle’. Pas na de helft van het boek begint het te dagen. Je moet, nou ja moet…, het boek twee maal lezen. Vaker mag ook.

Vroeger kon je alle vergeten dingen snel opzoeken. Op de school kon dat in een internetcel, maar die heeft het dorp nooit gehad. Op andere plekken op de wereld kon het zelfs op een apparaatje dat iedereen gewoon in zijn zak had, zelfs arme mensen, zelfs vrouwen.

Later is het internet verdwenen en ook alle winkels waar je dingen kon uitzoeken. Nu waren er lege straten en leegstaande panden.

Het belangrijkste personage of het personage dat het meest gevolgd wordt, is Lipa. Zij is naar het eiland gekomen als jonge bruid van Jenem. Jenem kwam van het eiland en mocht studeren op het vasteland, dankzij zijn vondst van het laatste landzoogdier, een wilde kat. De wetenschapper die daarbij betrokken werd, beloonde zijn vader, nam de jongen mee, omdat hij veelbelovend leek en verzekerde hem ook van geld. Jenem studeerde nauwelijks. Hij maakte plezier met de meisjes, beloonde hen met parelmoeren poesjes en versierde Lipa, omdat ze mooi was. Lipa werd als schoolmeisje misbruikt door haar biologieleraar en verlangde naar echte liefde. Helaas, Jenem misbruikt haar in feite ook. Al op de zogenaamde huwelijksreis laat hij haar in de steek en in de huwelijksnacht op het eiland verkracht hij haar op minachtende wijze. Zij kan niet terug – de veerman weigert haar mee te nemen – maar wil geen kind van Jenem. Ze gebruikt kruiden die een zwangerschap onmogelijk maken, maar Jenem heeft het door. Hij houdt haar gevangen, weg van de kruiden. Als ze dan toch zwanger raakt, is het van een meisje, Nemka. Het wordt al met al een treurig verhaal.

Ellen de Bruin heeft het zorgvuldig gecomponeerd door het verhaal chronologisch in stukken te hakken, waardoor de lezer op avontuur moet om het geheel te overzien. Als ze bijvoorbeeld een rijke bezoeker, Tjal, introduceert, heb je eerst nog niet door wat een ongelooflijke Trump-achtige hufter dat is, terwijl hij wel door twee vrouwen wordt gepiepeld. Later denk je: die vrouwen hadden hem goed door. Nog weer later begrijp je dat de wereld door Tjals egoïstische politiek naar de verdoemenis is geholpen. Hij heeft het althans niet tegengehouden, is er zeker ook schuldig aan, hoewel de klimaatverandering met stijgende zeespiegel, tsunami’s die hele eilanden wegspoelen, het verdwijnen van soorten, zowel dieren als planten, natuurlijk al voor zijn tijd is begonnen.

Het paradijselijke eiland is helemaal geen paradijs, maar het is nog altijd beter dan de rest van de wereld. Maar was het Bijbelse paradijs zo paradijselijk met het geïntendeerde kwaad?

Lipa vlucht uiteindelijk weg en lijkt verloren in een storm op zee, maar de laatste zinnen van deze dystopische vertelling geven toch een sprankje hoop: ‘Alles is diep zwart, maar ik ben niet bang. Ik probeer alvast achter me te kijken, in de tegenovergestelde richting van daarnet. Want daar moet op een gegeven moment de zon weer opkomen.’ De lezer slaat het boek dicht en wil opnieuw beginnen te lezen om alles beter te begrijpen. De meeslepende vertelwijze is aantrekkelijk genoeg.

Remco Ekkers

Ellen de BruinKraaien in het paradijs. Prometheus, Amsterdam. 256 blz. € 21,99.