‘Een ongerieflijke grote boodschap’

Volgens de achterflap moet iedereen de roman Cyriel van Eline Trenson lezen: ‘Over hoe het is om oud te worden en in een verzorgingstehuis terecht te komen. Over het verlies van waardigheid en menselijkheid, betutteling, de vernedering.’ Het motto van Nietzsche uit De vrolijke wetenschap waarin hij stelt dat weldoen een manier is om macht over anderen uit te voeren, belooft een kritische kijk op de zorgzaamheid van de mens. De auteur heeft gekozen voor de tweeënnegentigjarige Cyriel van Daele, die uit vrije wil verblijft in het zorgcentrum Fortuna. In ‘Een afsluitend woordje’ verantwoordt Trenson deze keuze: ‘Ik wilde een verhaal schrijven over een man van vlees en bloed. […] Ik wilde hem neerzetten in een poging mezelf en de lezer te overtuigen dat de senioren in onze maatschappij respect verdienen van ons jonge mensen.’ Dat de auteur hier een nawoord voor nodig heeft, werpt de vraag op: overtuigt het verhaal zelf wel voldoende?

Het perspectief ligt bij Cyriel. Afwisselend lees je over zijn verblijf in Fortuna en zijn geschiedenis. Bij zijn geboorte stierf zijn moeder Juliette in het kraambed. Het lukte zijn vader daarom niet van hem te houden. De geschiedenis herhaalt zich en ook Cyriel lukt het niet om van elk van zijn kinderen evenveel te houden. Zijn geschiedenis bestaat vooral uit een indrukwekkende reeks sterfgevallen, o.a. van zijn broers en zussen, maar ook van zijn eigen kinderen. Met zijn achterkleindochter Sara heeft hij een bijzondere band. Zij komt hem regelmatig opzoeken in het tehuis.

Omdat Cyriel nog goed ter been is, wandelt hij door de gangen en laat zijn kritische blik gaan over alles wat hij tegenkomt:

Hoewel meestal geserveerd in de vorm van een brij – dat kauwt makkelijker – bestaat het ontbijt ook weleens uit een ‘boboke’. Voor ons Rachel is dat echter geen optie. Rachel heeft immers geen tanden meer en haar maag kan na al die jaren geen vast voedsel meer verdragen. En vandaag? Ja hoor, het is weer van dat. Mark is waarschijnlijk niet gebriefd of heeft simpelweg de tijd niet gehad om de dossiers al te bekijken. Hij moet meer dan veertig oudjes bedienen en verzorgen in amper een paar uur tijd.

De boodschap ligt er te dik bovenop en dat maakt het verhaal regelmatig wat plat.

Het boek bevat daarnaast ook ontroerende passages, zoals het moment waarop hij beseft hoeveel hij op zijn vader is gaan lijken:

Als ik mezelf zou zien zitten in deze leunstoel waarin hij altijd zat, in dezelfde houding, dan zou ik zonder enige twijfel mijn vader zien zitten. Ons hele leven was erop gericht elkaar uit de weg te gaan, en toch zit zijn hele lichamelijke zijn in mijn lijf uitgehouwen. Hoe ik mijn glas vasthoud. Hoe ik mijn ene been over het andere sla. Hoe ik mijn leesbril op- en afzet. Hoe ik vermanend naar storend luidruchtige kinderen kijk wanneer ik probeer een artikel te lezen.

Ook raken de vele sterfgevallen, niet zozeer door de manier waarop ze beschreven zijn, meer door het aantal.

Doordat Cyriels familiestructuur nogal ingewikkeld is, en hij vele episodes uit zijn leven beschrijft, verlies je als lezer regelmatig het overzicht. Sommige namen lijken op elkaar, of zijn zelfs hetzelfde. Voor in het boek is een stamboom opgenomen, die dan uitkomst biedt. Toch zijn er te veel verhaallijnen die afleiden van zijn situatie in het tehuis.

Het is mij een raadsel waarom Trenson heeft gekozen voor een man die zijn leven lang meerdere vrouwen tegelijk had, terwijl hij getrouwd was met Catharina. Op het moment dat een van zijn minnaressen met zijn bastaardzoon aan de deur staat, neemt hij hen zelfs beiden in huis. Als zij sterft, komt hij gewoon met een nieuwe geliefde, met wie hij ook weer kinderen krijgt. Zelfs in het tehuis duikt hij met diverse dames het bed in. Ergens gaat dat wringen in het boek, en doet het juist af aan de boodschap die kennelijk zo belangrijk is. Goed, hij heeft op tragische wijze veel familieleden verloren, maar hij vertelt trots en zonder enige terughoudendheid over alle vrouwen die hij heeft bemind, terwijl hij zijn eigen vrouw daarmee harteloos heeft bedrogen.

Het kostte mij op den duur als ‘jongere’ toch wat moeite respect op te brengen voor deze ‘senior’, zoals de auteur volgens het nawoord beoogt. Is het zo mensonterend als hij aan het einde van zijn leven een paar uur in zijn eigen poep zit, netjes bijeengehouden door een pamper? Het houdt een keer op, en het weegt wellicht enigszins op tegen de ‘shit’ waarin hij diverse vrouwen heeft laten zitten. Wie heeft nu eigenlijk macht over wie? Zonder dat ik al te veel wil verklappen, kun je het slot zelfs lezen als een klap in het gezicht van allen die dag in dag uit ouderen verzorgen. Het is alsof Trenson een personage heeft geschapen wiens viriliteit zelfs haar eigen missie om zeep helpt.

Dietske Geerlings

Eline Trenson – Cyriel. Manteau, Antwerpen. 280 blz. € 21,99.