Maaike Meijer schreef deze week voor De Groene Amsterdammer een stuk over lesbische romans die de afgelopen jaren zijn verschenen. Ook de laatste roman van A.F.Th. van der Heijden, Stemvorken, komt aan bod.

Claudia de Breij liet zich bij het verschenen van Stemvorken kritisch uit over de lesbische roman van Van der Heijden, zonder de roman nog gelezen te hebben.

In haar column voor de VARA Gids uitte ze opnieuw kritiek.

Meijer las de roman van Van der Heijden wel. Ze weerlegt in haar stuk de kritiek van De Breij:

Een man begluurt volgens dit scenario twee vrouwen die het met elkaar doen, komt tussenbeide, neukt de dames tot ieders genoegen, en dan is het klaar. Dit plot zit diep verankerd in het culturele DNA van de westerse wereld: seks tussen twee vrouwen zou dan niet het echte werk zijn, hout op hout zaagt niet, er moet een man (lees: penis) aan te pas komen. Deze visie op lesbische seks wordt in Stemvorken vertegenwoordigd door Hans Krop, de echtgenoot van Corinne – het stel ligt in scheiding – maar deze wordt voorgesteld als een botte eikel. Zijn visie op lesbische seks – twee zuignappen, nee, dat werkt niet – is het nare cliché dat verder niemand onderschrijft in deze roman en dat de roman als geheel bovendien weerlegt. Daarom was ik het oneens met Claudia de Breij, die Van der Heijden verweet dat hij aankwam met het beeld van die twee zuignappen, maar dat zijn de vileine woorden van het personage Hans Krop: de roman neemt daar juist afstand van.

Meijer is positief in haar oordeel:

Hij heeft een groot vermogen om zich in te leven in vrouwen: zijn representatie van lesbische seksualiteit en lust is bloedgeil, rijk, meeslepend zelfs. Er zijn weinig romans waarin zo lang, diep en hevig wordt gevreeën, waarin de orgastische golven zo rijk stromen zonder dat het je verveelt en waarin het vrouwenlichaam werkelijk wordt getoond en genoten in zijn eigenheid.

Om te eindigen met:

Hoe dan ook schaart Van der Heijden zich met Stemvorken midden in de traditie van de lesbische roman. Die weer helemaal terug is.

Ook de romans van Maartje Wortel (Dennie is een star), Robbert Welagen (Raam, sleutel), Hanna Bervoets (Wat wij zagen) en Tobi Lakmaker (De geschiedenis van mijn seksualiteit) worden besproken.