In Quote staat deze maand een interview met Prometheus-uitgeverij Mai Spijkers. Natuurlijk gaat het gesprek over geldzaken, maar we lezen ook over zijn luxe vakantie met de familie Akyol:

Samen met zijn goede vriend en schrijver Özcan Akyol en hun beider vrouwen was hij in Saint- Paul-de-Vence. ‘Onze arme jeugd wreken.’ Ze sliepen in La Colombe d’Or, een hotel waar voor tientallen miljoenen aan kunst hangt en waar beroemdheden van over de hele wereld slapen. Dineren deden ze bij driesterrenrestaurant Mirazur (‘Ken je dat?’), waar ze een tiengangenmenu aten, lunchen bij Pic, een restaurant in Valence. ‘Het restaurant belde of we iets later konden komen, Macron was er nog.’

En dan komt toch ook de vraag over zijn vermogen:

Met een enorme drive werd Prometheus een uitgeverij met een enorme statuur. Eerst kwam Palmen met De vriendschap: 500.000 van verkocht, Franca Treur: 250.000, De prooi: 300.000, Martin Bril, die is onder mij heel succesvol geworden. Toen volgde Vijftig tinten grijs, weer iets later Griet Op de Beeck.’ Op de website van Quote staat dat Spijkers een eigen vermogen van 10 miljoen heeft. ‘10 miljoen’, herhaalt hij. ‘Ik hoop toch dat het een beetje meer is dan dat.’ De enige uitgevers die in de buurt komen van zijn succes zijn Jaco Groot en Sander Knol. ‘Maar Groot heeft het nog steeds over Harry Potter en Knol alleen over Rileys De zeven zussen. Je wilt breder zijn dat dan.’